Weergave op het
Uitleg
display
Nulijking annuleren?
Selecteer "Ja" of "Nee" op het display van de
besturing en druk op de "OK"-knop op het
Nee
bedieningspaneel van de besturing.
•
ja: Het basisvat "VG" is volledig leeg en het
apparaat is correct geïnstalleerd.
–
–
•
nee: De startroutine begint opnieuw.
–
Routine afsluiten?
Deze melding wordt alleen na een succesvolle
nulijking weergegeven op het display.
Nee
Selecteer "Ja" of "Nee" op het display van de
besturing en druk op de "OK"-knop op het
bedieningspaneel van de besturing.
•
ja: De startroutine wordt afgesloten; het
apparaat schakelt automatisch over naar de
stopmodus.
•
nee: De startroutine begint opnieuw.
0 % / 2,0 bar
De weergave van het niveau is op 0 %.
STOP
Opmerking!
Na de succesvolle afronding van de startroutine is het apparaat in de
stopmodus. Schakel nog niet over naar de automatische modus.
7.4
Vat ontluchten
VOORZICHTIG
Gevaar voor verbranding door hete oppervlakten
Door de hoge oppervlaktetemperaturen bij de compressor kunnen er
brandwonden ontstaan.
•
Draag geschikte persoonlijke beschermingsmiddelen (bijv.
handschoenen).
Na voltooien van de startroutine moet het basisvat worden ontlucht.
•
De ledigingsinrichtingen van het vat openen zodat de lucht kan
ontsnappen.
•
Op het bedieningspaneel van de besturing de automatische bedrijfsmodus
selecteren, zie hoofdstuk 7.6 "Automatische bedrijfsmodus starten" op
pagina 11.
De compressor "CO" bouwt de druk op die nodig is voor het ontgassen. Deze
druk komt overeen met 0,4 bar boven de ingestelde minimale werkdruk. Er
wordt druk toegepast het de membraan van het vat en de waterzijde van het vat
ontlucht. Nadat de compressor automatisch uitschakelt dient u de
ledigingsinrichtingen van het vat weer te sluiten.
Opmerking!
Controleer alle drukluchtverbindingen tussen besturingseenheid en vat
op dichtheid. Open vervolgens langzaam alle kapventielen op het vat
om aan de waterzijde de verbinding met het installatiesysteem tot stand
te brengen.
Als desondanks de nulijking niet mogelijk
is, bevestigt u met "Ja". De gehele
startroutine wordt afgesloten. Een
nieuwe nulijking moet worden gestart in
het gebruikersmenu, zie hoofdstuk 9.2
"Instellingen in de besturing tot stand
brengen" op pagina 12.
Neem contact op met de Reflex
klantenservice, zie hoofdstuk 12.1 "Reflex
klantenservice" op pagina 18.
Controleer de voorwaarden voor de
ingebruikname, zie hoofdstuk 7.1
"Vereisten voor de inbedrijfstelling
controleren" op pagina 10.
Reflexomat Silent Compact — 16.10.2020 - Rev. A
7.5
Vat met water vullen
Voorwaarde voor een feilloze bijvulling is een bijvuldruk van ten minste 1,3 bar
boven de ingestelde minimale druk "P
•
Zonder automatische bijvulling:
–
Het vat wordt handmatig achtereenvolgens via hun
ledigingsinrichtingen of via het installatiesysteem tot ca. 30 % van
het vatvolume gevuld, zie hoofdstuk 6.4 "Bijvul- en
ontgassingsvarianten" op pagina 8.
•
Met automatischer bijvulling:
–
Het vat wordt automatisch tot 12 % van het vatvolume gevuld, zie
hoofdstuk 6.4 "Bijvul- en ontgassingsvarianten" op pagina 8.
7.6
Automatische bedrijfsmodus starten
De automatische bedrijfsmodus wordt na de eerste ingebruikname uitgevoerd.
Start de automatische bedrijfsmodus via het bedieningspaneel van de besturing.
Aan de volgende voorwaarden moet voldaan zijn om de automatische
bedrijfsmodus te kunnen activeren.
•
Het apparaat is gevuld met druklucht en water.
•
Alle noodzakelijke parameters zijn ingevoerd via de besturing.
Druk op het bedieningspaneel van de besturing op de knop "Auto" om de
automatische modus te selecteren.
•
De LED "Auto" op het bedieningspaneel brandt om visueel aan te duiden
dat de automatische bedrijfsmodus actief is.
Opmerking!
De eerste ingebruikname is afgesloten en het apparaat is klaar voor
continu gebruik.
8
Werking
8.1
Bedrijfsmodi
8.1.1
Automatische bedrijfsmodus
Gebruik:
Na een succesvolle eerste ingebruikname
Start:
Druk op de toets "AUTO".
Functies:
•
De automatische modus is geschikt voor de continue werking van het
apparaat en de besturing bewaakt de volgende functies:
–
Druk houden
–
Expansievolume compenseren
–
Automatisch bijvullen.
•
De compressor "CO" en het magneetventiel "PV1" worden geregeld door
de besturing zodat de druk bij een regeling van ± 0,1 bar constant blijft.
•
Storingen worden op het display weergegeven en beoordeeld.
8.1.2
Handbediening
Gebruik:
Voor tests en onderhoudswerkzaamheden.
Start:
Druk op de knop "Manual" op de besturing. De LED "Auto" op het
bedieningspaneel van de besturing knippert als een visueel signaal voor de
handbediening.
Functies:
De volgende functies kunt selecteren in de handmatige modus om een test uit te
voeren:
•
De compressor "CO".
•
De overstroomklep "PV1".
•
Het magneetventiel van de bijvulling "WV".
Er kunnen ook meerdere functies achtereenvolgens worden geschakeld en
gelijktijdig worden getest.
•
Selecteer de functie met de knoppen "Wisseling
30 % 2,5 bar
omhoog / omlaag".
–
"CO1" = compressor
CO1!* PV1 WV1
–
"PV1" = magneetventiel in de
overstroomleiding
–
"WV1" = magneetventiel bijvulling
(* Aggregaten met "!" zijn geselecteerd en
geactiveerd.)
Werking
".
0
Nederlands — 11