Inhoudsopgave
Advertenties
4
Bediening AXIS ISOBUS
4.4.3
Stroomfactor
De stroomfactor ligt in het bereik tussen 0,2 en 1,9. Bij gelijke basisinstellingen
(km/u, werkbreedte, kg/ha) geldt:
Bij verhoging van de stroomfactor vermindert de doseerhoeveelheid.
Bij verlaging van de stroomfactor stijgt de doseerhoeveelheid.
Kent u de stroomfactor uit vroegere afdraaiproeven of uit de strooitabel, dan kunt
u deze in dit menu manueel invoeren.
Via het menu Afdraaiproef starten kan de stroomfactor met behulp van de ma-
chinebesturing bepaald en ingevoerd worden. Zie hoofdstuk
pagina
Bij de weegstrooier AXIS-M 30/40 W en AXIS-M 50 W geschiedt de bepaling van
de stroomfactor door middel van dynamisch wegen. Er is evenwel een manuele
invoer mogelijk.
De berekening van de stroomfactor hangt af van de gekozen bedrijfsmodus.
Meer informatie over de stroomfactor vindt u in het hoofdstuk
4.5.1: AUTO/MAN-modus, pagina
Er verschijnt een foutmelding zodra de stroomfactor buiten het vooraf ingestelde
bereik ligt. Zie
gische meststof of rijst strooit, moet u de minimale factor tot 0,2 terugbrengen.
Zo voorkomt u dat de foutmelding voortdurend verschijnt.
Stroomfactor invoeren:
1. Menu Meststofinstellingen > Stroomfactor oproepen.
Op het display verschijnt de actueel ingestelde stroomfactor.
2. Waarde uit de strooitabel in het invoerveld invoeren.
Indien uw meststof niet in de strooitabel voorkomt, dan voert u de stroomfactor
1,00 in.
In de bedrijfsmodi AUTO km/h en MAN km/h adviseren wij dringend, een af-
draaiproef uit te voeren, teneinde de stroomfactor voor deze meststof exact te
bepalen.
3. OK drukken.
De nieuwe waarde is in de machinebesturing opgeslagen.
28
31.
6: Alarmmeldingen en mogelijke oorzaken, pagina
LET OP
LET OP
42.
LET OP
4.4.5: Afdraaiproef,
93. Als u biolo-
Advertenties
Inhoudsopgave
