3
Aanbouw en installatie
3.1
Eisen aan de trekker
Controleer vóór de inbouw van de machinebesturing of uw trekker aan de volgen-
de eisen voldoet:
Min. voedingsspanning van 11 V moet altijd gegarandeerd zijn, ook als er
meerdere verbruikers gelijktijdig zijn aangesloten (bijv. airconditioning, licht).
Het toerental van de aftakas kan op 750 omw/min worden ingesteld en moet
worden aangehouden (basisvoorwaarde voor een correcte werkbreedte).
Bij tractoren zonder lastafhankelijke versnellingsbak moet de rijsnelheid door
een juiste versnellingsbakoverbrenging zodanig gekozen worden, dat deze
overeenkomt met een aftakastoerental van 750 omw/min.
9-polige contactdoos (ISO 11783) aan de achterzijde van de trekker voor ver-
binding van de machinebesturing met de ISOBUS,
9-polige terminalstekker (ISO 11783) voor verbinding van een ISOBUS-ter-
minal met de ISOBUS.
Indien de trekker geen 9-polige contactdoos aan de achterzijde bezit, kunnen
bijkomend een tractorinbouwset met 9-polige contactdoos voor de tractor (ISO
11783) en een rijsnelheidssensor als speciale uitrusting aangeschaft worden.
3.2
Aansluitingen, contactdozen
Als u de terminal wilt aansluiten op een reeds aanwezige ISOBUS-basisuitrus-
ting, dan dient u vooraf de compatibiliteit ervan te controleren op basis van in-
ternationale norm ISO11783 „Tractors and machinery for agriculture and
forestry - Serial control and communications data network".
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van de terminalfabrikant voor bijzonderheden
omtrent de aansluiting van uw terminal.
3.2.1
Voeding
De voeding van de elektronische machinebesturing geschiedt via de 9-polige
contactdoos aan de achterzijde van de tractor.
Aanbouw en installatie
LET OP
LET OP
LET OP
LET OP
3
17