Samenvatting van Inhoud voor Rauch QUANTRON-A AXIS-M
Pagina 1
GEBRUIKSAANWIJZING Vóór inbedrijfstelling zorgvuldig doorlezen! Bewaren voor toekomstig gebruik Deze gebruiksaanwijzing/montagehand- leiding is een deel van de machine. Leve- ranciers van nieuwe en gebruikte machines zijn verplicht, om schriftelijk te documenteren dat de gebruiksaanwij- zing/ montagehandleiding met de ma- Version 3.50.00 chine geleverd klant...
Pagina 2
Heeft u verder nog vragen, dan beantwoorden wij deze graag. Met vriendelijke groet, RAUCH Landmaschinenfabrik GmbH...
Aanwijzingen voor de gebruiker Aanwijzingen voor de gebruiker Over deze gebruiksaanwijzing Deze gebruiksaanwijzing is bestanddeel van de bedieningsunit QUANTRON-A. De gebruiksaanwijzing bevat belangrijke aanwijzingen voor een veilig, vakkun- dig en economisch gebruik en onderhoud van de bedieningsunit. Het naleven ervan helpt gevaren te vermijden, reparatiekosten en uitvaltijden te verminderen en de betrouwbaarheid en levensduur van de machine te verhogen.
Pagina 8
Aanwijzingen voor de gebruiker Gevarenniveaus van de waarschuwingen Het gevarenniveau wordt door het signaalwoord aangegeven. De gevarenni- veaus zijn als volgt geclassificeerd: n GEVAAR Soort en bron van gevaar Deze waarschuwing waarschuwt voor een onmiddellijk dreigend gevaar voor de gezondheid en het leven van personen. Veronachtzaming van deze waarschuwingen leidt tot zeer ernstig letsel, ook met dodelijke afloop.
Aanwijzingen voor de gebruiker 1.2.2 Instructies en aanwijzingen Door bedieningspersoneel uit te voeren handelingen zijn weergegeven als ge- nummerde lijst. 1. Handelingsinstructie stap 1 2. Handelingsinstructie stap 2 Instructies die slechts één enkele stap omvatten, worden niet genummerd. Dit geldt ook voor handelingen waarbij de volgorde waarin ze worden uitgevoerd, niet dwingend voorgeschreven is.
Opbouw en functie Opbouw en functie Overzicht van de ondersteunde versies LET OP Enkele modellen zijn niet in alle landen leverbaar. 2.1.1 Functie/opties Rijsnelheidafhankelijk strooien MDS 8.2 Q MDS 14.2 Q MDS 18.2 Q MDS 20.2 Q ...
Opbouw en functie 2.1.2 AXIS-M LET OP Enkele modellen zijn niet in alle landen leverbaar. AXIS-M V8 8 deelbreedteniveaus (VariSpread Dynamic) Functie/opties Rijsnelheidafhankelijk strooi- Massastroomregeling door meting van het koppel van de ...
Opbouw en functie Opbouw van de bedieningsunit - overzicht Afb. 2.1: Bedieningsunit QUANTRON-A Benaming Functie Bedieningspaneel Dit bestaat uit de folietoetsen voor de bediening van het apparaat en het display voor de weergave van werkschermen. Stekkerverbinding 39-polige stekkerverbinding voor het aansluiten van machinekabel de machinekabel op sensoren en actuatoren (Speed-servo’s).
Opbouw en functie Bedieningselementen De bediening van de geschiedt via 17 folietoetsen (13 vast gedefinieerde en 4 vrij toe te wijzen folietoetsen). Afb. 2.2: Bedieningspaneel aan de voorzijde van het apparaat Benaming Functie AAN/UIT In-/uitschakelen van het apparaat Display Weergave van de werkschermen T-toets (TELIMAT) Toets voor weergave van de TELIMAT-stand Start/stop...
Pagina 15
Opbouw en functie Benaming Functie Voorselectie deel- Wisseltoets tussen 4 toestanden. breedte-instelling Voorselectie van de deelbreedtes bij verande- ring van de strooihoeveelheden (Pagina 66 L: Links R: Rechts of L+R: Links + Rechts Beheer van de deelbreedtes (VariSpread-functie) Pagina 14 Menu Wissel tussen het werkscherm en het hoofdmenu.
Opbouw en functie Display Het display toont de actuele statusinformatie, selectie- en invoermogelijkheden van de bedieningsunit. De essentiële informatie voor het gebruik van de meststrooier wordt op het werk- scherm weergegeven. 2.4.1 Beschrijving van het werkscherm LET OP De precieze weergave van het werkscherm hangt af van de op dat moment ge- kozen instellingen, zie hoofdstuk 4.10.2: Weergavekeuze, pagina Afb.
Pagina 17
Opbouw en functie Afb. 2.5: Display van de bedieningsunit (voorbeeld werkscherm MDS)
Pagina 18
Opbouw en functie De symbolen en weergaven op het voorbeeldscherm hebben de volgende bete- kenis: Symbool / weer- Betekenis (in weergegeven voorbeeld) gave Doseerschuif Huidige openingsstand van de doseerschuif links. schaalopening links Bedrijfsmodus Geeft de actuele bedrijfsmodus weer. Symbool TELIMAT Bij AXIS verschijnt dit symbool rechts, bij MDS links, wanneer de TELIMAT-sensoren aangebouwd zijn en de TELIMAT-functie geactiveerd is (fabrieksin- stelling) of de T-toets geactiveerd wordt.
Opbouw en functie 2.4.3 Weergave van de deelbreedtes Afb. 2.8: Weergave van de deelbreedtetoestanden (voorbeeld met AXIS VariSpread 8) [1] Geactiveerde deelbreedtes met 4 mogelijke strooibreedteniveaus [2] Linker deelbreedte is verkleind met 2 deelbreedtes Meer weergave- en instelmogelijkheden vindt u in hoofdstuk 5.3: Werken met deelbreedtes, pagina...
Opbouw en functie Bibliotheek van de gebruikte symbolen De bedieningsunit QUANTRON-A geeft symbolen weer voor de functies op het beeldscherm. Symbool Betekenis Wijziging van de hoeveelheid + (plus) Wijziging van de hoeveelheid - (min) Wijziging van de hoeveelheid links + (plus) Wijziging van de hoeveelheid links - (min) Wijziging van de hoeveelheid rechts + (plus) Wijziging van de hoeveelheid rechts - (min)
Opbouw en functie WLAN-module Met behulp van de WLAN-module (extra toebehoren) en de FertChartApp op een smartphone kunt u strooitabellen draadloos naar uw bedieningsunit overzetten. Neem hiervoor de montagehandleiding van de WLAN-module in acht. Neem con- tact op met uw handelaar om de FertChartApp op uw bedieningsunit te installe- ren.
Aanbouw en installatie Aanbouw en installatie Eisen aan de tractor Controleer vóór de aanbouw van de bedieningsunit of uw tractor aan de volgende eisen voldoet: Min. voedingsspanning van 11 V moet altijd gegarandeerd zijn, ook als meerdere gebruikers gelijktijdig zijn aangesloten (bijv. airconditioning, ver- lichting).
Aanbouw en installatie 3.2.2 Stekkerverbinding 7-polig Via de 7-polige stekerverbinding (DIN 9684-1/ISO 11786) krijgt de bediening- seenheid de impulsen voor de actuele rijsnelheid. Hiervoor wordt op de stekker- verbinding de 7-polig naar 8-polige kabel (accessoire) naar de rijsnelheidssensor aangesloten. [1] PIN 1: daadwerkelijke rijsnelheid (radar) [2] PIN 2: theoretische rijsnelheid (bijv.
Aanbouw en installatie Bedieningsunit aansluiten LET OP Na het inschakelen van de bedieningsunit QUANTRON-A toont het display kort- stondig het machinenummer. LET OP Machinenummer in acht nemen De bedieningsunit QUANTRON-A is af fabriek afgesteld op de meststrooier, waarbij de unit wordt geleverd. De bedieningsunit enkel op de bijbehorende meststrooier aansluiten.
Aanbouw en installatie 3.3.1 Aansluitschema’s aan de trekker Standaard km/h Afb. 3.3: Schematisch aansluitschema QUANTRON-A (standaard) [1] Seriële interface RS232, 8-polige stekkerverbinding [2] Optie: Y-kabel (V24 RS232-interface voor geheugenmedium) [3] Aansluiting voor 39-polige machinestekkers (achterkant) [4] 7-polige stekkerverbinding conform DIN 9684 [5] Accu [6] 3-polige stekkerverbinding volgens DIN 9680 / ISO 12369 [7] Optie: GPS-kabel en ontvanger...
Pagina 31
Aanbouw en installatie Wielsensor km/h Afb. 3.4: Aansluitschema QUANTRON-A (wielsensor) [1] Seriële interface RS232, 8-polige stekkerverbinding [2] Optie: Y-kabel (V24 RS232-interface voor geheugenmedium) [3] Aansluiting voor 39-polige machinestekkers (achterkant) [4] 3-polige stekkerverbinding volgens DIN 9680 / ISO 12369 [5] Accu [6] Rijsnelheidssensor [7] Optie: GPS-kabel en ontvanger...
Pagina 32
Aanbouw en installatie Voeding via contactslot km/h km/h Afb. 3.5: Aansluitschema QUANTRON-A (voeding via contactslot) [1] Seriële interface RS232, 8-polige stekkerverbinding [2] Optie: Y-kabel (V24 RS232-interface voor geheugenmedium) [3] Aansluiting voor 39-polige machinestekkers (achterkant) [4] 3-polige stekkerverbinding volgens DIN 9680 / ISO 12369 [5] Accu [6] Rijsnelheidssensor [7] 7-polige stekkerverbinding conform DIN 9684...
Aanbouw en installatie Voorbereiding doseerschuif De meststrooiers AXIS Q, AXIS-M EMC en MDS Q beschikken over een elektro- nische schuifbediening voor de instelling van de strooihoeveelheid. n VOORSICHTIG Positie van de doseerschuiven aan de meststrooier AXIS in acht nemen Als de aanslaghendels onjuist geplaatst zijn, kunnen de doseer- schuiven bij het activeren van de stelmotoren door de QUAN- TRON-A beschadigd raken.
Bediening QUANTRON-A Bediening QUANTRON-A n VOORSICHTIG Gevaar voor letsel door vrijkomende meststof In geval van een storing kan de doseerschuif tijdens de rit naar de strooilocatie onverwacht opengaan. Er bestaat gevaar voor uitglij- den en verwonding van personen door de vrijkomende meststof. ...
Pagina 38
Bediening QUANTRON-A Inschakelen: 1. AAN/UIT-toets [1] indrukken. Na enkele seconden verschijnt het startscherm van de bedieningsunit. Kort daarop toont de bedieningsunit enkele seconden het activerings- menu. 2. Entertoets indrukken. Het display toont enkele seconden de startdiagnose. Vervolgens verschijnt het werkscherm. Afb.
Bediening QUANTRON-A Navigatie binnen de menu’s LET OP U vindt belangrijke instructies bij de weergave en navigatie tussen de menu’s in het hoofdstuk 1.2.5: Menuhiërarchie, toetsen en navigatie, pagina Hoofdmenu oproepen De menutoets indrukken. Zie 2.3: Bedieningselementen, pagina Op het display verschijnt het hoofdmenu. ...
Bediening QUANTRON-A Wegen-dagteller In dit menu vindt u waarden bij de verrichte strooiwerkzaamheden en functies voor het weegbedrijf. De kg-toets aan de bedieningsunit indrukken. Het menu Wegen-dagteller verschijnt. Afb. 4.2: Menu Wegen-dagteller Submenu Betekenis Beschrijving Dagteller Weergave van de gedane strooihoeveel- Pagina 35 heid, gestrooid oppervlak en gestrooid traject.
Bediening QUANTRON-A 4.3.1 Dagteller In dit menu leest u de volgende waarden af: gestrooide hoeveelheid (kg) gestrooid oppervlak (ha) gestrooid traject (m) Afb. 4.3: Menu Dagteller [1] Weergave van de gestrooide hoeveelheid sinds het laatste wissen [2] Weergave van het gestrooide oppervlak sinds het laatste wissen [3] Weergave van het gestrooide traject sinds het laatste wissen [4] Dagteller wissen: alle waarden op 0 Dagteller wissen:...
Bediening QUANTRON-A 4.3.2 Resthoeveelheid tonen In het menu Rest (kg, ha, m) kunt u de in het reservoir achtergebleven resthoe- veelheid opvragen of invoeren. Het menu toont het mogelijke oppervlak (ha) en het mogelijke traject (m), dat met de resterende hoeveelheid meststof nog gestrooid kan worden. Beide weer- gaven worden aan de hand van de volgende waarden berekend: Meststofinstellingen, ...
Bediening QUANTRON-A Invoer van de resthoeveelheid bij opnieuw vullen: 1. Menu Wegen-dagteller > Rest (kg, ha, m) oproepen. Op het display verschijnt de resthoeveelheid die van het laatste strooipro- ces is overgebleven. 2. Reservoir vullen. 3. Het nieuwe totaalgewicht van de meststof invoeren, die zich in het reservoir bevindt.
Bediening QUANTRON-A Hoofdmenu Afb. 4.5: Hoofdmenu QUANTRON-A Het hoofdmenu toont u de beschikbare submenu’s. LET OP Niet alle parameters worden gelijktijdig in een menuvenster weergegeven. U kunt met de pijltoetsen naar het aangrenzende venster springen. Submenu Betekenis Beschrijving Meststofinstellingen Instellingen voor meststof en strooimo- Pagina 41 dus.
Bediening QUANTRON-A Meststofinstellingen in de Easy-modus De instelling van de modus wordt in hoofdstuk 4.10.3: Modus, pagina 78 schreven. In dit menu voert u de instellingen voor de meststof en het strooibedrijf uit. Menu Hoofdmenu > Meststofinstellingen oproepen. LET OP Bij de functie M EMC is de modus automatisch ingesteld op Expert.
Pagina 46
Bediening QUANTRON-A Submenu Betekenis / Mogelijke waarden Beschrijving Naam meststof Geselecteerde meststof. Strooihvh. (kg/ha) Invoer streefwaarde van de strooihoeveel- Pagina 44 heid in kg/ha. Werkbreedte (m) Vastlegging van de te strooien werkbreed- Pagina 44 Stroomfactor Invoer stroomfactor van de gebruikte Pagina 45 meststof.
Bediening QUANTRON-A Meststofinstellingen in de Expert-modus De instelling van de modus wordt in hoofdstuk 4.10.3: Modus, pagina 78 schreven. LET OP Bij de functie M EMC is de modus automatisch ingesteld op Expert. In dit menu voert u de instellingen voor de meststof en het strooibedrijf uit. In ver- gelijking met de Easy-modus zijn hier meer instelpagina’s en de strooitabel be- schikbaar.
Pagina 48
Bediening QUANTRON-A Afb. 4.10: Menu Meststofinstellingen, pagina 3 (AXIS/MDS) Het hoofdmenu toont u de beschikbare submenu’s. Submenu Betekenis / Mogelijke waarden Beschrijving Naam meststof Geselecteerde meststof uit de strooitabel. Pagina 56 Strooihvh. (kg/ha) Invoer streefwaarde van de strooihoeveel- Pagina 44 heid in kg/ha.
Pagina 49
Bediening QUANTRON-A Submenu Betekenis / Mogelijke waarden Beschrijving Strooischijf Keuzelijst: Selectie met pijltoetsen be- vestiging met M1XC entertoets. Grensstrooitype Keuzelijst: Selectie met pijltoetsen be- Rand vestiging met Grens entertoets. Toerental grens- Voorinstelling van het toerental in de Invoer in afzon- strooien grensstrooimodus...
Bediening QUANTRON-A 4.6.1 Strooihoeveelheid In dit menu kunt u de gewenste waarde van de strooihoeveelheid invoeren. Strooihoeveelheid invoeren: 1. Menu Meststofinstellingen > Strooihvh. (kg/ha) oproepen. Op het display verschijnt de op dat moment geldige strooihoeveelheid. 2. Voer de nieuwe waarde in het invoerveld in. Zie hoofdstuk 4.14.2: Invoer van waarden met behulp van de cursortoetsen, pagina...
Bediening QUANTRON-A 4.6.3 Stroomfactor De stroomfactor ligt in het bereik tussen 0,2 en 1,9. Bij gelijke basisinstellingen (km/u, werkbreedte, kg/ha) geldt: Bij verhoging van de stroomfactor vermindert de doseerhoeveelheid. Bij verlaging van de stroomfactor stijgt de doseerhoeveelheid. Er verschijnt een foutmelding zodra de stroomfactor buiten het vooraf ingestelde bereik ligt.
Pagina 52
Bediening QUANTRON-A LET OP AXIS-M EMC (+W) Wij adviseren de weergave van de stroomfactor op het werkscherm. Op deze wijze kunt u de massastroomregeling tijdens de strooiwerkzaamheden observe- ren. Zie hoofdstuk 4.10.2: Weergavekeuze, pagina 77 hoofdstuk 4.7.2: AUTO/MAN-modus, pagina Minimale factor Volgens de ingevoerde waarde van de stroomfactor stelt de machinebesturing de minimale factor automatisch in op een van de volgende waarden: Minimale factor is 0,2 als de invoerwaarde kleiner dan 0,5 is.
Bediening QUANTRON-A 4.6.4 Afgiftepunt AXIS-M Q V8 LET OP De invoer van het afgiftepunt bij machines van de Variant Q dient louter ter infor- matie en heeft geen effect op de instellingen aan de meststrooier. In dit menu kunt u ter informatie het afgiftepunt invoeren. 1.
Bediening QUANTRON-A 4.6.5 Afdraaiproef LET OP Het menu Afdraaiproef is geblokkeerd voor de functie M EMC en in de bedrijfs- modus AUTO km/h + AUTO kg. Dit menupunt is inactief. In dit menu bepaalt u de stroomfactor op basis van een afdraaiproef en slaat u deze in de bedieningsunit op.
Pagina 55
Bediening QUANTRON-A Deelbreedte selecteren: 5. Strooierzijde bepalen waaraan de afdraaiproef uitgevoerd dient te worden. Functietoets F1 voor de selectie van de strooierzijde links indrukken. Functietoets F4 voor de selectie van de strooierzijde rechts indrukken. Het symbool van de gekozen strooierzijde heeft een rode achtergrond. Afdraaiproef uitvoeren: n WAARSCHUWING Gevaar voor letsel tijdens de afdraaiproef...
Bediening QUANTRON-A Stroomfactor opnieuw berekenen n WAARSCHUWING Gevaar voor letsel door roterende machinedelen Aanraking van draaiende machinedelen (cardanas, naven) kan leiden tot kneuzingen, schaafwonden en beknellingen. Lichaams- delen of voorwerpen kunnen gegrepen of naar binnen getrokken worden. Motor van de trekker uitzetten. ...
Pagina 57
Bediening QUANTRON-A 2. Toerental invoeren. Zie hoofdstuk 4.14.2: Invoer van waarden met behulp van de cursortoetsen, pagina 3. Entertoets indrukken. Het display toont het venster Meststofinstellingen met het nieuwe toe- rental van de aftakas. LET OP Neem absoluut het hoofdstuk: Massastroomregeling met de functie M EMC, pagina 98 in acht.
Bediening QUANTRON-A 4.6.7 Type strooischijf LET OP Voor een optimale leegloopmeting controleert u de correcte invoer in het menu Meststofinstellingen. De invoer in de menu-items Strooischijf en Aftakas moet overeenkomen met de daadwerkelijke instellingen van uw machine. Het gemonteerde type strooischijf is in de bedieningsunit af fabriek voorgepro- grammeerd.
Bediening QUANTRON-A 4.6.8 Grensstrooihoeveelheid (%) In dit menu kunt u de hoeveelheidsreductie (in procent) voor de TELIMAT grens- strooi-inrichting vastleggen. Deze instelling wordt bij het activeren van de grens- strooifunctie via de TELIMAT-sensor of de T-toets gebruikt. LET OP Wij adviseren een hoeveelheidsreductie aan de grensstrooizijde met 20 %. Grensstrooihoeveelheid invoeren: 1.
Bediening QUANTRON-A 4.6.9 OptiPoint berekenen (Alleen AXIS) In het menu OptiPoint berekenen voert u de parameters voor de optimale in- schakel- of uitschakelafstanden op de kopakker in. Voor een exacte berekening is de invoer van de bereikwaarde van de gebruikte meststof zeer belangrijk.
Bediening QUANTRON-A LET OP Op deze pagina kunt u de parameterwaarden manueel aanpassen. Zie hoofdstuk 5.8: GPS-Control, pagina 103. Wijziging van de waarden 6. Het gewenste item markeren. 7. Entertoets indrukken. 8. De nieuwe waarden invoeren. 9. Entertoets indrukken. 10. Menu-item Waarden overnemen markeren. 11.
Bediening QUANTRON-A 4.6.11 Strooitabel In deze menu’s kunt u strooitabellen aanmaken en beheren. LET OP De keuze van een strooitabel heeft uitwerkingen op de meststofinstellingen, op de bedieningsunit en de schotelstrooier voor minerale meststoffen. De ingestel- de strooihoeveelheid wordt overschreven met de opgeslagen waarde uit de strooitabel.
Pagina 63
Bediening QUANTRON-A 8. Naam voor de strooitabel invoeren. LET OP Wij raden aan om de strooitabel de naam van de meststof te geven. Zo kunt u gemakkelijker een meststof aan de strooitabel koppelen. 9. Parameters van de strooitabel bewerken. Zie hoofdstuk 4.6: Meststofinstellingen in de Expert-modus, pagina Een strooitabel selecteren: 1.
Bediening QUANTRON-A 4.6.12 VariSpread berekenen De deelbreedteassistent VariSpread berekent de deelbreedteniveaus automa- tisch op de achtergrond. Als basis daarvoor dienen uw invoer voor de werkbreed- te en het afgiftepunt op de eerste pagina’s van het menu Meststofinstellingen. LET OP Het bewerken van de VariSpread-tabel vergt bijzondere vakkennis. Wend u tot uw handelaar indien u de instellingen wilt wijzigen.
Bediening QUANTRON-A Machine-instellingen LET OP Het menu Mach.- instellingen is bij de meststrooiers AXIS en MDS verschil- lend. In dit menu voert u de instellingen voor de trekker en de machine uit. Menu Mach.- instellingen oproepen. Afb. 4.15: Menu Machine-instellingen (voorbeeld) Submenu Betekenis Beschrijving...
Bediening QUANTRON-A 4.7.1 Snelheidskalibratie De snelheidskalibratie is de basis voor een exact strooiresultaat. Factoren zoals bijv. de bandenmaat, trekkerwissel, vierwielaandrijving, slip tussen banden en ondergrond, bodemgesteldheid en bandenspanning hebben invloed op de snel- heidsbepaling en dus op het strooiresultaat. Snelheidskalibratie voorbereiden: De exacte bepaling van het aantal snelheidsimpulsen op 100 m is zeer belangrijk voor de juiste strooiing van de hoeveelheid meststof.
Pagina 67
Bediening QUANTRON-A Snelheidssignaal opnieuw kalibreren: U kunt een reeds bestaand profiel overschrijven of een lege geheugenplaats met een profiel vullen. 1. In het menu Trekker (km/u) de gewenste opslagplaats met de eronder lig- gende functietoets markeren. 2. Veld Opnieuw kalibreren markeren. 3.
Pagina 68
Bediening QUANTRON-A Hierna moet u nog het aantal impulsen van het snelheidssignaal vastleggen. Wanneer het juiste impulsaantal bekend is, kunt u dat direct invoeren: 8. Menu-item Trekker (km/h) > Opnieuw kalibreren > Imp/100m oproepen. Het display toont het menu Impulsen voor de manuele invoer van het aantal impulsen.
Bediening QUANTRON-A 4.7.2 AUTO/MAN-modus Standaard werkt u in de bedrijfsmodus AUTO. De bedieningsunit stuurt automa- tisch de actuatoren aan op basis van het snelheidssignaal. In de manuele modus werkt u alleen in de volgende gevallen: geen snelheidssignaal aanwezig (radar of wielsensor niet aanwezig of de- ...
Pagina 70
Bediening QUANTRON-A AUTO km/h: Bedrijfsmodus automatisch LET OP Voor een optimaal strooiresultaat voert u vóór aanvang van de strooiwerkzaam- heden een afdraaiproef uit. 1. Bedieningsunit QUANTRON-A inschakelen. 2. Menu Machine-instellingen > AUTO/MAN-modus oproepen. 3. Menu-item AUTO km/h markeren 4. Entertoets indrukken. 5.
Pagina 71
Bediening QUANTRON-A MAN schaalverd: manuele modus met schaalwaarde 1. Menu Machine-instellingen > AUTO/MAN-modus oproepen. 2. Menu-item MAN schaalverdeling markeren Het display toont het menu Schuifopening. 3. Schaalwaarde voor de doseerschuifopening invoeren. 4. Entertoets indrukken. 4.14.2: Invoer van waarden met behulp van de cursortoetsen, pagina ...
Bediening QUANTRON-A 4.7.3 +/- hoeveelheid In dit menu kunt u voor het normale strooitype een procentuele hoeveelheids- wijziging vastleggen. De basis (100%) is de vooringestelde waarde van de doseerschuifopening. LET OP Tijdens het bedrijf kunt u met de functietoetsen F2/F3 op elk moment de strooi- hoeveelheid met de factor +/- hoeveelheid wijzigen.
Bediening QUANTRON-A 4.7.5 Easy toggle Hier kunt u de omschakelfunctie van de toets L%/R % tot 2 toestanden van de functietoetsen F1 tot F4 beperken. U bespaart zo onnodige omschakelhandelin- gen in het werkscherm. 1. Submenu Easy Toggle markeren 2. Entertoets indrukken. ...
Bediening QUANTRON-A Snellossen Om de machine na de strooiwerkzaamheden te reinigen of de resthoeveelheid snel te ledigen, kunt u het menu Snellossen selecteren. Daarnaast raden wij aan om vóór de opslag van de machine de doseerschuiven via het snellossen compleet te openen en in deze toestand de QUANTRON-A uit te schakelen.
Pagina 75
Bediening QUANTRON-A 2. Met de functietoets de deelbreedte selecteren waarmee het snellossen uit- gevoerd dient te worden. Het display toont de gekozen deelbreedte als symbool. 3. Start/Stop-toets indrukken. Het snellossen start. 4. Start/Stop-toets opnieuw indrukken. Het snellossen is beëindigd. Bij machines met elektrische stelmotoren voor het afgiftepunt verschijnt het alarm Afgiftepunt aansturen.
Bediening QUANTRON-A Perceelbestand In dit menu kunt u tot 200 perceelbestanden aanmaken en beheren. Menu Hoofdmenu > Perceelbestand oproepen. Afb. 4.21: Menu Perceelbestand [1] Weergave aantal pagina’s [2] Weergave perceelbestand gevuld [3] Weergave perceelbestand actief [4] Naam perceelbestand [5] Functietoets F3: Perceelbestand wissen [6] Functietoets F2: Alle perceelbestanden wissen [7] Weergave geheugenplaats 4.9.1...
Bediening QUANTRON-A 4.9.2 Opname starten Afb. 4.22: Weergave van het actuele perceelbestand [1] Weergave van het aantal pagina’s [2] Naamveld perceelbestand [3] Waardevelden [4] Weergeven van starttijd/-datum [5] Weergeven van stoptijd/-datum [6] Naamveld meststof [7] Naamveld meststoffabrikant [8] Functietoets Starten [9] Functietoets Stoppen [10] Weergave geheugenplaats...
Pagina 78
Bediening QUANTRON-A 3. Functietoets F1, onder het startsymbool, indrukken. De registratie begint. Het menu Perceelbestand toont het opnamesymbool voor het actuele perceelbestand. Het werkscherm toont het opnamesymbool. LET OP Als een ander perceelbestand geopend wordt, wordt dit perceelbestand gestopt. Het actieve perceelbestand kan niet worden gewist.
Bediening QUANTRON-A 4.9.3 Opname stoppen 1. In het menu Perceelbestand de 1ste pagina van het actieve perceelbestand oproepen. 2. Functietoets F2 onder het stopsymbool indrukken. De registratie is beëindigd. 4.9.4 Perceelbestanden wissen De bedieningsunit QUANTRON-A maakt het mogelijk, de opgenomen perceelbe- standen te wissen.
Bediening QUANTRON-A 4.10 Systeem/test In dit menu voert u de systeem- en testinstellingen voor de bedieningsunit uit. Menu Hoofdmenu > Systeem/test oproepen. Afb. 4.24: Menu Systeem / test Submenu Betekenis Beschrijving Helderheid Instelling displayweergave. Wijziging van de instelling met de functietoetsen + of -. Taal - Language Taalinstelling van de menube- Pagina 76 sturing.
Pagina 81
Bediening QUANTRON-A Submenu Betekenis Beschrijving Datum Instelling actuele datum. Selectie en wijziging van de instelling met de pijltoetsen Bevestiging met entertoets Tijd Instelling van de actuele tijd. Selectie en wijziging van de instelling met de pijltoetsen Bevestiging met entertoets Dataoverdracht Menu voor de gegevensuitwis- Pagina 83 seling en seriële protocollen Totaaldata-tel-...
Bediening QUANTRON-A 4.10.1 Taal instellen In de bedieningsunit QUANTRON-A zijn diverse talen beschikbaar. De taal voor uw land af fabriek ingesteld. 1. Menu Systeem/test > Taal - Language oproepen. Het display toont de eerste van vier pagina’s. Afb. 4.25: Submenu Taal, pagina 1 2.
Bediening QUANTRON-A 4.10.2 Weergavekeuze De weergavevelden in het werkscherm van de bedieningsunit kunt u aan uw ei- gen wensen aanpassen. U kunt de drie weergavevelden naar keuze met de vol- gende waarden vullen: Rijsnelheid Stroomfactor (SF) Tijd ha dagteller ...
Bediening QUANTRON-A 4.10.3 Modus In de bedieningsunit QUANTRON-A zijn 2 verschillende modi mogelijk: de modus Easy of Expert. LET OP Bij de functie M EMC is de modus automatisch ingesteld op Expert. In de modus Easy kunnen enkel die parameters van de meststofinstellingen ...
Bediening QUANTRON-A 4.10.4 Test/Diagnose In het menu Test/diagnose kunt u de functie van enkele sensoren/actuatoren bewaken en controleren. LET OP Dit menu dient louter ter informatie. De lijst van de sensoren hangt van de uitrusting van de machine af. Submenu Betekenis Beschrijving Testpunten schuiven Test voor het aansturen van de ver-...
Pagina 86
Bediening QUANTRON-A Voorbeeld doseerschuiven n VOORSICHTIG Gevaar voor letsel door bewegende machineonderdelen. Tijdens de tests kunnen machineonderdelen automatisch bewegen. Vóór de tests ervoor zorgen dat zich geen personen in de zone van de machine bevinden. 1. Menu Systeem/test > Test/diagnose oproepen. 2.
Pagina 87
Bediening QUANTRON-A Voorbeeld Linbus 1. Menu Systeem/test > Test/diagnose oproepen. 2. Menu-item Linbus markeren. 3. Entertoets indrukken. Het display toont de status van de actuatoren/sensoren. Afb. 4.28: Test/diagnose; voorbeeld: Linbus [1] Weergave status [2] Zelftest starten [3] Aangesloten stelmotoren...
Pagina 88
Bediening QUANTRON-A Voorbeeld GSE-sensor 1. Menu Systeem/test > Test/diagnose oproepen. 2. Menu-item GSE-sensor markeren. 3. Entertoets indrukken. Het display toont de status van de sensoren. Afb. 4.29: Test/diagnose; voorbeeld: Linbus [1] Weergave status [2] Weergave sensorpositie Weergave sensorpositie De sensoren melden de positie van de grensstrooi-inrichting: O = boven;...
Bediening QUANTRON-A 4.10.5 Dataoverdracht De dataoverdracht gebeurt via verschillende dataprotocollen. Submenu Betekenis Automatische perceelregistratie; overdracht van perceelbe- standen naar een PDA of pocket-pc via Bluetooth LH5000 Seriële communicatie bijv. strooien met applicatiekaarten GPS-Control Protocol voor de automatische deelbreedteschakeling met een externe terminal GPS-Control VRA Variable Rate Application Protocol voor de automatische overdracht van de gewenste...
Bediening QUANTRON-A 4.10.7 Eenhedensysteem wijzigen Uw eenhedensysteem werd af fabriek ingesteld. U kunt echter op elk moment wisselen van metrisch naar imperiaal en omgekeerd. 1. Menu Systeem/test oproepen. 2. Menu Eenheid markeren. 3. Entertoets indrukken om tussen imperiaal en metrisch te wisselen. ...
Bediening QUANTRON-A 4.12 Werklampen SpreadLight (enkel AXIS, extra toebehoren) In dit menu kunt u de functie SpreadLight activeren en het strooibeeld ook in de nachtmodus bewaken. U schakelt de werklampen in en uit via de machinebesturing in de automatische dan wel handmatige modus. Afb.
Bediening QUANTRON-A 4.13 Afdekzeil(Alleen AXIS, speciale uitrusting) n WAARSCHUWING Gevaar voor beknelling en snijwonden door onafhankelijk be- diende onderdelen Het afdekzeil beweegt zonder voorwaarschuwing en kan perso- nen verwonden. Alle personen uit gevarenzone verwijderen. De machine AXIS-H EMC beschikt over een elektrisch aangestuurd afdekzeil. Bij hervullen aan het einde van het veld kunt u met de bedieningsunit en 2 stelmoto- ren het afdekzeil openen en sluiten.
Pagina 93
Bediening QUANTRON-A n VOORSICHTIG Materiële schade door onvoldoende vrije ruimte Het openen en sluiten van het afdekzeil vereist voldoende vrije ruimte boven de machinebak. Als de vrije ruimte te klein is, kan het afdekzeil scheuren. Het frame van het afdekzeil kan kapot gaan en het afdekzeil kan schade aan de omgeving aanrichten.
Bediening QUANTRON-A 4.14 Speciale functies 4.14.1 Tekstinvoer In sommige menu’s kunt u vrij te bewerken tekst invoeren. Afb. 4.32: Menu Tekstinvoer [1] Invoerveld [2] Tekenveld, weergave van de beschikbare tekens (afhankelijk van de taal) [3] Functietoetsen voor navigatie in het invoerveld Tekst invoeren: 1.
Pagina 95
Bediening QUANTRON-A Teken overschrijven: U kunt een afzonderlijk teken vervangen door een ander teken. 1. Cursor met behulp van de functietoetsen naar de positie van het te wissen teken in het invoerveld bewegen. 2. Met behulp van de pijltoetsen het te schrijven teken in het tekenveld marke- ren.
Bediening QUANTRON-A 4.14.2 Invoer van waarden met behulp van de cursortoetsen In sommige menu’s kunt u getalswaarden invoeren. Afb. 4.33: Getalswaarden invoeren (voorbeeld strooihoeveelheid) [1] Invoerveld Voorwaarde: U bevindt zich reeds in het menu waarin u de getalswaarde wilt invoeren. 1.
Bediening QUANTRON-A 4.14.3 Screenshots aanmaken Bij een software-update worden gegevens overschreven. Wij adviseren u vóór een software-update altijd uw instellingen als screenshot (kopie van het beeld- scherm) op een USB-stick op te slaan. Gebruik een USB-stick met een oplichtende statusweergave (ledlampje). ...
Strooibedrijf met de bedieningsunit QUANTRON-A Strooibedrijf met de bedieningsunit QUANTRON-A De bedieningsunit QUANTRON-A ondersteunt u bij de instelling van de machine vóór de werkzaamheden. Tijdens de strooiwerkzaamheden zijn eveneens func- ties van de bedieningsunit op de achtergrond actief. Hiermee kunt u de kwaliteit van de meststofverdeling controleren.
Strooibedrijf met de bedieningsunit QUANTRON-A GSE-sensor (alleen AXIS) Wanneer een sensor voor de grensstrooi-inrichting GSE 30/GSE 60 is aangeslo- ten en geactiveerd, dan wordt op het display van de bedieningsunit het GSE- symbool getoond wanneer de grensstrooi-inrichting hydraulisch naar de werkpo- sitie gebracht werd;...
Strooibedrijf met de bedieningsunit QUANTRON-A Werken met deelbreedtes 5.3.1 Met gereduceerde deelbreedtes strooien U kunt aan een of beide zijden met deelbreedtes strooien en zo de volledige strooibreedte aanpassen aan de vereisten van het veld. Elke strooizijde kan in 4 niveaus (VariSpread 8) dan wel traploos (VariSpread pro) ingesteld worden.
Strooibedrijf met de bedieningsunit QUANTRON-A 5.3.2 Strooibedrijf met een deelbreedte en in de grensstrooimodus (AXIS-M V8, MDS V8) Tijdens het strooibedrijf kunt u de deelbreedtes stapsgewijze veranderen en het grensstrooien activeren. Het onderste scherm toont het werkscherm met geacti- veerd grensstrooien en geselecteerde deelbreedtes. Afb.
Strooibedrijf met de bedieningsunit QUANTRON-A 5.3.3 Strooibedrijf met een deelbreedte en in de grensstrooimodus (AXIS-M VS pro) Tijdens het strooibedrijf kunt u de deelbreedtes stapsgewijze veranderen en het grensstrooien deactiveren. Het onderste scherm toont het werkscherm met ge- activeerd grensstrooien en geactiveerde deelbreedte. Afb.
Strooibedrijf met de bedieningsunit QUANTRON-A Strooien met automatische bedrijfsmodus (AUTO km/h + AUTO kg, alleen AXIS) Massastroomregeling met de functie M EMC De meting van de massastroom geschiedt afzonderlijk aan weerszijden van de strooischijven, opdat afwijkingen van de opgegeven strooihoeveelheid onmiddel- lijk gecorrigeerd kunnen worden.
Pagina 105
Strooibedrijf met de bedieningsunit QUANTRON-A 7. Wachten totdat het balkje dat de voortgang aangeeft, volledig doorgelopen is. De leegloopmeting is beëindigd De tijd tot onbel. dr. is op 20 min teruggezet. 8. Start/Stop-toets indrukken. Het strooien start. Zo lang de aftakas draait, start een nieuwe leegloopmeting ten laatste na afloop van de tijd tot onbel.
Strooibedrijf met de bedieningsunit QUANTRON-A Strooien met bedrijfsmodus AUTO km/h In de bedrijfsmodus AUTO km/h regelt de bedieningsunit automatisch de stelmo- tor op basis van het snelheidssignaal. 1. Meststofinstellingen uitvoeren: Strooihoeveelheid (kg/ha) Werkbreedte (m) 2. Meststof vullen. LET OP Voor een optimaal strooiresultaat in de bedrijfsmodus AUTO km/h voert u vóór aanvang van de strooiwerkzaamheden een afdraaiproef uit.
Strooibedrijf met de bedieningsunit QUANTRON-A Strooien met bedrijfsmodus MAN km/h U werkt in de bedrijfsmodus MAN km/h als er geen snelheidssignaal beschikbaar is. 1. Bedieningsunit QUANTRON-A inschakelen. 2. Menu Machine-instellingen > AUTO/MAN-modus oproepen. 3. Menu-item MAN km/h oproepen. 4. Rijsnelheid invoeren. 5.
Strooibedrijf met de bedieningsunit QUANTRON-A Strooien met bedrijfsmodus MAN schaalverdeling In de bedrijfsmodus MAN schaalverdeling kunt u tijdens het strooibedrijf de do- seerschuifopening manueel wijzigen. In de manuele modus werkt u alleen: als er geen snelheidssignaal beschikbaar is (radar of wielsensor niet aanwe- ...
Strooibedrijf met de bedieningsunit QUANTRON-A GPS-Control De bedieningsunit QUANTRON-A is combineerbaar met een gps-compatibel toe- stel. Diverse gegevens worden tussen de beide apparaten uitgewisseld, teneinde de schakeling te automatiseren. LET OP Wij adviseren u het gebruik van onze bedieningsunit CCI 800 in combinatie met de QUANTRON-A.
Pagina 110
Strooibedrijf met de bedieningsunit QUANTRON-A n WAARSCHUWING Gevaar voor letsel door vrijkomende meststof De functie GPS Control start automatisch zonder voorwaarschu- wing het strooibedrijf. Vrijkomende meststof kan letsel aan ogen en neusslijmvlies veroorzaken. Er bestaat eveneens gevaar voor uitglijden. Tijdens het strooibedrijf personen uit de gevarenzone stu- ren.
Pagina 111
Strooibedrijf met de bedieningsunit QUANTRON-A Afstand in (m) De Afstand in duidt op de inschakelafstand (Afb. 5.7 [A]) met betrekking tot de veldgrens (Afb. 5.7 [C]). Op deze positie in het veld gaan de doseerschuiven open. Deze afstand is afhankelijk van de soort meststof en vormt de optimale in- schakelafstand voor een geoptimaliseerde verdeling van meststof.
Pagina 112
Strooibedrijf met de bedieningsunit QUANTRON-A Afstand uit (m) De Afstand uit duidt op de uitschakelafstand (Afb. 5.8 [B]) met betrekking tot de veldgrens (Afb. 5.8 [C]). Op deze positie in het veld beginnen de doseerschuiven te sluiten. Afb. 5.8: Afstand uit (ten opzichte van de veldgrens) [B] Uitschakelafstand [C] Veldgrens Indien u de uitschakelpositie wenst te wijzigen, moet u de Afstand uit dienover-...
Alarmmeldingen en mogelijke oorzaken Alarmmeldingen en mogelijke oorzaken Op het display van de bedieningsunit QUANTRON-A kunnen verschillende alarmmeldingen worden weergegeven. Betekenis van de alarmmeldingen Melding op het display Betekenis Mogelijke oorzaak Storing aan doseerunit, stop- De stelmotor voor de doseerinrichting kan pen! de streefwaarde niet bereiken.
Pagina 114
Alarmmeldingen en mogelijke oorzaken Melding op het display Betekenis Mogelijke oorzaak Stroomfactor Verwijzing naar het waardebereik van de Min. instelling = 0.40 stroomfactor. Max. instelling = 1.90 Ingevoerde waarde is niet toegestaan. Fout tijdens de data-over- Bij de dataoverdracht naar de bedienings- dracht.
Pagina 115
Alarmmeldingen en mogelijke oorzaken Melding op het display Betekenis Mogelijke oorzaak Defect aan TELIMAT-verstel- Defect van de TELIMAT-stelmotor. ling Extern bediende delen kun- Als de machinebesturing ingeschakeld nen bewegen. Gevaar voor wordt, kunnen delen onverwacht bewe- snijden en beknelling. gen.
Pagina 116
Alarmmeldingen en mogelijke oorzaken Melding op het display Betekenis Mogelijke oorzaak TELIMAT-positie wijzigen! De TELIMAT-positie komt niet overeen met de toestand die door GPS-Control ge- meld is Erro no participante bus LIN: Stroomvoorziening is te hoog; de werklam- SpreadLight pen worden uitgeschakeld Fout bij SpreadLight Overbelasting...
Alarmmeldingen en mogelijke oorzaken Storing/alarm verhelpen 6.2.1 Alarmmelding bevestigen Op het display wordt een alarmmelding gecombineerd met een waarschuwings- symbool weergegeven. Afb. 6.1: Alarmmelding (voorbeeld doseerunit) Alarmmelding bevestigen: 1. Verhelp de oorzaak van de alarmmelding. Neem hiervoor de gebruiksaanwijzing van de meststrooier en het gedeelte 6.1: Betekenis van de alarmmeldingen, pagina 107 in acht.
Pagina 118
Alarmmeldingen en mogelijke oorzaken...
RAUCH-apparaten worden volgens moderne productiemethoden en met de groot- ste zorgvuldigheid vervaardigd en worden onderworpen aan talrijke controles. Daarom verleent RAUCH 12 maanden garantie, wanneer is voldaan aan de vol- gende voorwaarden: De garantie begint op de datum van aankoop.