Symbolen voor het aangeven van toetsen in deze
handleiding
Toets op het toestel en de afstandsbediening
Toets die zich alleen op het toestel bevindt
Toets die zich alleen op de afstandsbediening bevindt
<5>
<1/3 ENTER>
ON/STANDBY
ON/STANDBY
[iPod]
[USB]
[CD]
[TUNER]
[1/3]
[8]
[9]
[MODE]
u
[ENTER]
p
o
i
[NUMBER]
36
NEDERLANDS
Andere functies
Tekens invoeren
TOETS
<TOETS>
U kunt de namen naar wens wijzigen met "Preset Name" (vblz. 16),
[TOETS]
"Napster Account" (vblz. 2 2), "Last.fm account" (vblz. 2 1) en tekens
invoeren voor de netwerkfuncties.
Hieronder vindt u de twee methoden waarop tekens kunnen worden
o u
p i
ingevoerd.
Methode
De cijfertoetsen
gebruiken
De cursortoetsen
gebruiken
<VOLUME df>
n Afbeelding van scherm voor het invoeren
GVoorkeuzenaamH
P03
GInvoer accountH
[Username]
Bediening
• Bediening met de afstandsbediening.
• Elke toets heeft meerdere tekens, en
telkens wanneer u op de toets drukt,
gaat u over op het volgende teken.
• Bediening met de afstandsbediening of
het hoofdtoestel.
uio p
[ENTER]
• Voer met de
en
<
/
ENTER>
1
3
de tekens in.
Cursor
select
move
select
: enter
De cijfertoetsen gebruiken
1
Het scherm weergeven waarop u tekens kunt
invoeren.
2
Plaats de cursor op het teken dat moet worden
o p
veranderd met
en druk op
tot het gewenste teken verschijnt.
• Het type tekens dat kan worden ingevoerd wordt hieronder getoond.
m n o M N O 6
1 . @ - _ / :
˜
a b c A B C 2
p q r s P Q R S 7
d e f D E F 3
t u v T U V 8
g h i G H I 4
w x y z W X Y Z 9
of
0 (spatie) ! " # $ % & ' ( ) z + ,
j k l J K L 5
; < = > ? [ \ ] ^ ` { | }
• U kunt het type teken dat u wilt invoeren, wisselen door op
te drukken wanneer de weergavenaam wordt gewijzigd.
• Voor het continu invoeren van tekens die zijn toegekend aan een
p
cijfertoets, drukt u op
om de cursor naar rechts te verplaatsen
na een teken te hebben ingevoerd, en voert u vervolgens het
volgende teken in.
• Voor het invoeren van tekens die aan verschillende toetsen zijn
toegekend, blijft u continu op de cijfertoets drukken. De cursor gaat
daarbij automatisch naar de volgende positie, en het ingevoerde
teken wordt vastgelegd.
3
Herhaal stap 2 om de naam te wijzigen, en druk op
[ENTER]
<
1
/
3
ENTER>
of
om het vast te leggen.
Voorbeeld: voor het wijzigen van de ingangsbron van "POPS" naar
"ROCK"
q Plaats de cursor op "P".
w Druk zevenmaal op
.
"P" verandert in "R".
e Druk tweemaal op p.
"R" wordt automatisch geregistreerd en de
cursor wordt op "P" geplaatst.
r Druk zesmaal op
.
"P" changes to "C".
t Druk op p.
"C" wordt automatisch geregistreerd en de
cursor wordt op "S" geplaatst.
y Druk vijfmaal op
.
"S" verandert in "K".
[ENTER]
<
1
/
3
ENTER>
u Druk op
of
te leggen.
[NUMBER]
0 – 9
(
)
[MODE]
POPS
ROPS
ROPS
ROCS
ROCS
ROCK
om de ingevoerde naam vast