4. Installatie van de elektrodemachine
Alle bedieningselementen voor de lasparameters bevinden zich op het voorpaneel
van de lasmachine.
- Verbind de stroomkabel met een driefasige, geaarde contactdoos van 400 V.
- Ref.4 Ref.5 Verbind de positieve (+) en de negatieve (-) connectoren met de
aardingskabel en de elektrodehouder. Bij rutiele elektroden moet de elektrodehouder
verbonden worden met de negatieve pool (-), terwijl bij basiselektroden de
elektrodehouder verbonden moet worden met de positieve pool (+). In elk geval,
bekijk de instructies op de elektrodekast voor elk type.
- Ref.1 Ontstekingsknop
- Ref.2 Indicatorlamp voor overbelasting door verhitting.
- Ref. 3 Stroomknop
Elektrodes 1,60 mm (1/16"): minimumstroom 30 A, maximumstroom 50 A
Elektrodes 2,00 mm (5/64"): minimumstroom 40 A, maximumstroom 70 A
Elektrodes 2,50 mm (3/32"): minimumstroom 70 A, maximumstroom 110 A
Elektrodes 3,25 mm (1/8"): minimumstroom 110 A, maximumstroom 140 A
Elektrodes 4,00 mm (5/32"): minimumstroom 140 A, maximumstroom 180 A
Elektrodes 5,00 mm (3/16"): minimumstroom 180 A, maximumstroom 200 A
- Ref.6 Aansluiting afstandsbediening
- Ref.7 Selecteer de gewenste elektrodepositie;
- Ref.10 Hot startknop: vermijd dat de elektrode blijft kleven bij vonkstart met
hogere spanning.
Steek het niet-gecoate uiteinde van de elektrode in de houder. Verbind de aarding
met het lasstuk. Schuur de elektrode over het stuk. Maak de elektrode los om te
stoppen met lassen. De boog zal uitdoven.
www.contimac.be
14