AmberAir Compact 5 CX H
Aansluiting van luchtkanalen
Aangesloten luchtkanalen moeten recht zijn en hun eigen bevestiging hebben.
Zorg ervoor dat er geen toegang kan worden verkregen tot de ventilatoren via de luchtkanaalkoppen. Als er toegang kan worden verkregen tot de
ventilator, moet er een beschermrooster worden geplaatst. U kunt deze kiezen op onze website.
Verklein de diameter van de leidingen vlakbij de luchtingangs- of afvoerkanalen niet. Als u de snelheid van de lucht in het systeem, de drukval en het
geluidsniveau wilt verminderen, kunt u de diameter verhogen.
Om het geluidsniveau in het luchttoevoersysteem te verminderen, moet u geluidsdempers plaatsen (zie hoofdstuk over hun installatie).
Om het luchtverlies in het systeem te verminderen moeten de luchtkanalen en de profielonderdelen van Klasse C of hoger zijn. Hun cataloog is terug
te vinden op onze website.
Indien de unit geïnstalleerd wordt in een verwarmde ruimte, dan moeten de kanalen die buiten lopen en de luchtafvoerkanalen geïsoleerd
worden om warmteverlies en condens te vermijden. Indien de unit buiten wordt geïnstalleerd dan is het aan te raden om alle luchtkanalen te
isoleren.
Er wordt aanbevolen om een afstand van tot 8 meter te houden tussen de luchtinvoer- en luchtafvoerkanalen. Het luchttoevoersysteem moet
ver van mogelijke luchtverontreinigingsbronnen worden geïnstalleerd.
Gebruik houders bij het installeren van luchtkanalen naast de ventilatie-apparatuur. Ze onderdrukken trillingen en verzekeren een stabiele
installatie van de verschillende systeemonderdelen. De nodige houders kunnen worden teruggevonden in onze cataloog of op onze website.
Een vaak voorkomende fout is dat luchtkanalen worden vastgemaakt aan de incorrecte luchtstroomaansluiting. Op de ventilatie-apparatuur
staan er aanduidingen die aangeven hoe het luchtkanaal moet worden aangesloten. Zorg voordat u het systeem opstart dat u controleert of
de werkzaamheden juist werden uitgevoerd.
25
www.salda.lt