Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Filterbeschermingen - Salda AmberAir Compact 5 CX H Bedienings- En Onderhoudshandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

Deze functie is opgezet om een goede kamerluchtkwaliteit te behouden. Om dit te activeren moet de CO
aangesloten en goed worden geconfigureerd in het venster van de service-omgeving SERVICE › SENSOREN. Na voltooiing wordt de CO
van de afvoerlucht weergegeven in de rubriek MONITORING.
In het venster van de service-omgeving SERVICE › HOOFD › CO2-REDUCTIEFUNCTIE kunt u de functie in- en uitschakelen, het voorkeursniveau
voor CO
en toegestane limiet aangeven; wanneer deze wordt overschreden (CO
2
wordt informatie weergegeven en wordt de luchtstroom verhoogd. Wanneer CO
Instellingen van de filtertimer
De limiet van de filtertimer wordt ingesteld in het venster van de service-omgeving SERVICE › HOOFD › BESCHERMINGEN LUCHTFILTERS. De
maximale instelling is 1 jaar.
Deze functie activeert het inschakelen van het voorkeurssysteem via de externe contactor; het geeft aan welk signaal wordt verstuurd naar de
invoer. Mogelijke types signalen:
› Niet gebruikt;
› Na het drukken op een knop wordt de geselecteerde systeemmodus geactiveerd. Na het krijgen van de eerste impuls wordt de functie geactiveerd
en na de tweede impuls gedeactiveerd;
› Aan/uit; geselecteerde systeemmodus is geactiveerd. De modus is actief zolang de contactor aan is;
› PIR-sensor. Wanneer de sensor is geactiveerd, wordt de geselecteerde systeemmodus geactiveerd. Als het signaal gedurende 30 minuten niet wordt
ontvangen, wordt de modus geactiveerd.
Functie wordt ingesteld in de rubriek van de service-omgeving SERVICE › HOOFD › SCHAKELAAR SYSTEEMMODUS.
Deze functie is opgezet om de boost-ventilatie of voorkeurscombinatie van ventilatorsnelheden te activeren/deactiveren via een externe contactor.
Het is nodig om een soort signaal aan te geven dat moet worden verzonden naar de input en wat deze functie zal regelen. Mogelijke combinaties van
signaalsoorten en functies:
› Niet gebruikt;
› Aan/uit; geselecteerde ventilatorsnelheidscombinatie is geactiveerd; de functie is actief zolang de contactor actief is;
› Na het drukken op een knop wordt de geselecteerde ventilatorsnelheidscombinatie geactiveerd; na ontvangen van een impuls
wordt de functie geactiveerd en na een tweede impuls wordt het gedeactiveerd;
› Aan/uit. De functie Boost-ventilatie wordt geregeld. Het is actief zolang de contactor aan is. Als deze functie niet is afgesloten,
wordt een boost-ventilatie gedwongen gestopt na het verlopen van de tijdslimiet.
› Druk op een knop. De functie Boost-ventilatie wordt geregeld. Na het krijgen van een impuls wordt het geactiveerd en na de
tweede impuls gedeactiveerd. Als deze functie niet beëindigd is, wordt een boost-ventilatie gedwongen gestopt na het verlopen
van de tijdslimiet.
Er wordt ook aangegeven of de boost-ventilatie wordt geactiveerd of als er een voorkeurscombinatie voor ventilatorsnelheden is, d.w.z. het is mogelijk om
afzonderlijk een voorkeurssnelheid van de toevoer- en afvoerluchtventilatoren aan te geven. Functie wordt ingesteld in de rubriek van de service-
omgeving SERVICE › HOOFD › SCHAKELAAR VENTILATORSNELHEID.
Koude-warmterecuperatie
De functie voor koude-warmterecuperatie is ontwikkeld om een warmtewisselaar te bedienen. Het vermogen wordt geregeld door:
› Een plaatwarmtewisselaar – bypassklep te gebruiken. Wanneer het wordt gesloten, werkt de warmtewisselaar op volle capaciteit. Het
vermogen ervan wordt gereduceerd door de klep te openen.
› Het vermogen van de draaiende warmtewisselaar wordt geregeld door de draaisnelheid of -interval ervan te wijzigen. Wanneer de rotor
aan volle snelheid draait, wordt de warmtewisselaar op volle capaciteit gebruikt. Het vermogen wordt verminderd door de draaisnelheid te
verlagen of het interval te verhogen.
De warmtewisselaar kan zowel verwarmen als koelen. Dit hangt af van de luchttemperatuur. Als het buiten kouder is dan in de ruimte, verwarmt
de warmtewisselaar de buitenlucht door de warmte in de ruimte te gebruiken. Als het kouder is in de ruimte dan buiten, koelt de
warmtewisselaar de temperatuur van de buitenlucht af met lucht in de ruimte. Het vermogen ervan wordt tot het minimum verminderd wanneer
de doeltemperatuur van de toevoerlucht dezelfde is als deze van buiten. Hoe hoger het verschil tussen de voorkeurs- en
toevoerluchttemperaturen, hoe hoger het gebruikte vermogen van de warmtewisselaar. Wanneer het op maximumcapaciteit werkt, kunnen andere
verwarmings-/koelingsonderdelen worden geactiveerd. Het type warmtewisselaar geschikt voor deze functie wordt aangegeven in het venster
SERVICE › WARMTEWISSELAAR en PID-regelaarscoëfficiënten in het venster REGELAAR › REGELEN PID-REGELAARS. Er worden outputbeperkingen
van de PID-regelaar ingesteld voor de rotor of bypassklep waarbij hun werking start.
› Als de rotor wordt geregeld door 0..10 V signaal, draait het bij lage spanning niet, de motor warmt op, daarom is de
minimale stuursignaaloutput beperkt. Als Aan/Uit draaiende warmtewisselaar wordt gebruikt, wordt het PID-percentage voor het
www.salda.lt
Functie voor CO

Filterbeschermingen

Gedaan door een externe systeemcontroller
Ventilatorsnelheid via een externe systeemcontactor
Bediening van de warmtewisselaar
-reductie
2
-sensor van de afvoerlucht worden
2
instellen + toegestane overmaat), wordt de CO
2
het instelpunt bereikt, wordt de reductie uitgeschakeld.
2
AmberAir Compact 5 CX H
-waarde
2
verminderd,
2
21

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave