17 Reiniging - Onderhoud S3 R
Voordat de deur op de warmteterugwinner wordt geopend of onderhoud aan de afzuigkap wordt
!
uitgevoerd: Schakel de verwarming uit, laat de ventilatoren drie minuten draaien om warme lucht
af te voeren, maak de unit stroomloos en wacht 2 minuten voordat de deuren worden geopend.
Ventilatoren:
Pos. 5 en 6/Hfdst. 9 Overzichtstekening. De ventilatoren moeten 1 keer per jaar worden schoon-
gemaakt. Maak de ventilatoren schoon met een borsteltje en perslucht, indien mogelijk. LET OP!
Gebruik geen water. De demontage verloopt als volgt: Deuren openen zoals aangegeven. Trek
de elektrische snelkoppeling voor de motor eruit. Schroef 2 schroeven aan de voorkant van de
bevestigingsplaat van de motor eruit. De ventilator kan dan voorzichtig omlaag uit de unit wor-
den getrokken.
Filter:
Voor een gezond binnenmilieu is het belangrijk dat het filter wordt vervangen wanneer dit vuil is.
Een vuil filter zorgt voor:
Meer luchtweerstand in het filter - minder lucht in de woning - kans op bacteriegroei in
!
het filter - en in het ergste geval kan de installatie beschadigd raken.
Hoe vaak de filters moeten worden vervangen, is afhankelijk van de verontreinigingsgraad van
de lucht ter plekke. In het algemeen moeten de filters een keer per jaar worden vervangen,
bij voorkeur in de herfst (na het pollenseizoen). In gebieden met veel stof en verontreiniging
moeten de filters in de lente en herfst worden vervangen. Het toevoerfilter en het afvoerfilter (2
en 1) bestaan uit een compactfilter (F7). Schuif deze op hun plaats.
Wij bevelen aan een filterabonnement te nemen, zodat u de installatie zo goed en goedkoop
mogelijk benut.
Best.nr. voor complete filterset: 12328
Bij het vervangen van het filter moet ook worden gecontroleerd of de hele installatie
normaal werkt.
Filterpositie
(de tekening laat het linkse model zien/het rechtse model is gespiegeld)
Rotor:
Omdat er filters van een hoge dichtheidsklasse op de installatie zijn gemonteerd, hoeft de rotor
normaal gesproken niet gereinigd te worden. Indien dit om welke reden dan ook toch nodig mocht
zijn, kan stof met een zachte borstel worden verwijderd. Verdere reiniging is mogelijk door de rotor
eruit te halen, te besproeien met een vetoplosbaar reinigingsmiddel en vervolgens vanaf de andere
kant schoon te blazen. Afstand ca. 60 mm en max. druk 80 bar. Let erop dat de motor tijdens het
reinigen niet aan water wordt blootgesteld. Controleer of alle pakkingen rond de rotor intact en
sluitend zijn.
Gebruik geen reinigingsmiddelen die schadelijk zijn voor aluminium of voor het milieu.
Kleppen en
leidingsysteem: Kleppen moeten min. een keer per jaar worden gereinigd. Het leidingsysteem moet min. elke 10
jaar worden gereinigd.
Buitenluchtinlaat: Controleer 1 keer per jaar of het rooster niet verstopt is.
Dakkap:
Controleer 1 keer per jaar of de afvoerspleet aan de onderkant niet met bladeren verstopt zit.
Geldt alleen als de installatie een dakkap heeft.
Afvoerfilter:
Compactfilter
Rotor
S3 R
Toevoerfilter:
Compactfilter
31
NL