1.
Schakel het apparaat uit en trek de stekker van
de projector uit het stopcontact. Zet alle
aangesloten apparatuur uit en trek alle andere
kabels los. Zie
"De projector uitschakelen" op
pagina 41
voor details.
2.
Til de projector zachtjes op. Draai de schroeven
van de lampklep los.
3.
Verwijder de lampklep.
4.
Draai de schroeven los die de lamp van de
projector bevestigen. Als de schroeven niet
volledig worden losgedraaid, kunt u uw vingers
verwonden.
5.
Til de hendel op zodat deze loodrecht op de
lamp staat. Trek de lamp langzaam aan de
hendel uit de projector.
Opmerkingen
•
Als u te snel trekt, kan de lamp breken
waardoor glasscherven in de projector terecht
kunnen komen. Om de kans op verwondingen
aan vingers of schade aan onderdelen binnen
in de projector te verkleinen, dient u voorzichtig
te werk te gaan als u lampglas verwijdert dat is
gebroken.
•
Plaats de lamp niet in de buurt van water,
binnen bereik van kinderen, in de buurt of
boven warmtebronnen of bij ontvlambare
materialen.
•
Steek uw handen niet in de projector nadat de
lamp is verwijderd. Als u de interne optische
componenten aanraakt, kan dit resulteren in
wazige beelden op het scherm.
6.
Plaats de vervangende lamp. Let op dat u deze
helemaal en stevig op z'n plek duwt.
7.
Draai de schroeven vast die de lampbox
bevestigen.
8.
Zorg dat de hendel goed vast op z'n plek zit.
Opmerkingen
•
Pas op dat u de schroeven niet te stevig
vastschroeft.
•
Een losse schroef kan tot een slechte
verbinding leiden, met storingen tot gevolg.
9.
Plaats de lampklep terug.
10. Draai de schroeven van de lampklep weer vast.
11. Steek de stekker weer in het stopcontact en zet
de projector aan.
Extra informatie
53