Transport en opslag
-
Bij het veranderen van werkplek tijdens het werken
moet de motorkettingzaag afgezet of de kettingrem
ingeschakeld worden om onbedoeld starten en aan -
lopen van de zaag ketting te voorkomen.
-
Vervoer of draag de motorkettingzaag nooit met lopende
zaagketting.
De warmgelopen motorzaag niet afdekken (bijv. met zeil,
deken, tijdschriften ...).
De motorzaag laten afkoelen, alvorens ze in een transport-
koffer of voertuig te laden. Bij motorzagen met katalysator
zijn langere afkoeltijden nodig!
-
Altijd de bij de gemonteerde zaaggeleider passende ge-
leiderbescherming gebruiken.
-
Bij vervoer over langere afstanden moet in ieder geval de
meegeleverde beschermkap voor de zaaggeleider aan gebracht
worden.
-
Draag de motorkettingzaag altijd aan de beugelgreep,
waarbij de zaaggeleider naar achter wijst (20). Zorg ervoor dat u
niet met de uitlaat in aanraking komt (gevaar voor brandwonden!).
-
Tijdens vervoer in personenwagens moet de machine zo
geplaatst worden dat er geen brandstof of kettingolie kan
uitlekken.
-
De motorkettingzaag moet veilig in een droge ruimte opgesla-
gen worden. De motorkettingzaag mag niet buiten bewaard
worden. Berg de motorkettingzaag ontoegankelijk voor kinderen
op. De zaaggeleiderbescherming moet in elk geval worden
aangebracht.
-
Bij opslag gedurende langere tijd en bij het verzenden van
de motorkettingzaag moeten olietank en brandstoftank
volledig geleegd zijn.
Onderhoud
-
Bij alle onderhoudswerkzaamheden moet de motor-
kettingzaag uitgezet (21), en de bougiedop losgetrokken
worden!
-
Vóór het begin van de werkzaamheden moet altijd eerst
gecontroleerd worden of de motorkettingzaag goed werkt,
en speciaal de kettingrem. Let er vooral op of de zaagketting
volgens voorschrift geslepen en gespannen is (22).
-
De motorkettingzaag moet met zo weinig mogelijk lawaai
en uitlaatgassen gebruikt worden. Let goed op een correcte
afstelling van de carburator.
-
Reinig de motorkettingzaag regelmatig.
-
Controleer regelmatig of de tankdoppen goed sluiten.
Neem de veiligheidsvoorschriften van de Arbeidsins pektie
enverzekeringsmattschappijen in acht.
Breng in geen geval veranderingen in der constructie van
de motorkettingzaag aan. U brengt daarmee uw veilig heid
in gevaar.
Onderhouds- en montagewerkzaamheden mogen alleen uit-
gevoerd worden voorzover deze in deze gebruiksaanwij zing
beschreven zijn. Alle overige werkzaamheden moeten door
de DOLMAR service uitgevoerd worden.
Gebruik uitsluitend DOLMAR reserve-onderdelen en geauto-
riseerde accessoires.
Bij gebruik van niet-originele DOLMAR reserve onderdelen,
niet-geautoriseerde accessoires of zaaggeleider/ketting-
combinaties en -lengten is er een verhoogd ongevalsrisico.
Bij ongelukken of schade als gevolg van niet-geautoriseerde
zaagmechanieken of accessoires vervalt iedere aansprake-
lijkheid.
Eerste Hulp (E.H.B.O.)
Voor eventuele ongevallen dient altijd een verbanddoos op de
werkplek aanwezig te zijn. Vul gebruikt materiaal direct weer
aan.
Als u om hulp vraagt, geeft u dan de volgende informatie:
- Waar gebeurde het
- Wat gebeurde er
- Hoeveel gewonden
- Aard van de verwondingen
- Noem uw naam!
8
20
21
22
SERVICE
23
Aanwijzing:
Bij personen met circulatiestoornissen kunnen vaak optreden-
de vibraties tot beschadiging van do bloedvaten of van het
zenuwstelsel leiden. Door vibraties aan vingers, handen of
polsen kunnen de volgende symptomen optreden: inslapen
van lichaamsdelen, prikkelen, pijn steken, verandering van
de huidkleur of van de huid. Bij het waarnemen van zulke
symptomen moet u een dokter opzoeken.
Om het risico op het syndroom van Raynaud ('dode vingers')
te verminderen, de handen warm houden, handschoenen
dragen en scherpe zaagkettingen gebruiken.