Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Terugslag (Kickback); Werkomstandigheden En -Technieken - Dolmar PS-550 Gebruiksaanwijzing

Inhoudsopgave

Advertenties

Terugslag (Kickback)

-
Bij het werken met de motorkettingzaag kan gevaarlijke terugslag
optreden.
-
Deze terugslag ontstaat als het bovenste kwadrant van de zaag-
geleider per ongeluk tegen hout of andere vaste voor-werpen
aankomt (10).
-
Daarbij wordt de motorzaag ongecontroleerd en met grote
kracht in de richting van de bedieningspersoon geslingerd,
resp. versneld (gevaar voor letsel!)
Om terugslag te voorkomen moet op het volgende gelet
worden:
-
Insteekwerk (direkt met het het uiteinde van de zaaggeleider
in het hout aanzetten) mag uitsluitend door speciaal geschoold
personeel worden uitgevoerd!
-
De punt van de zaaggeleider moet altijd in het oog gehouden wor-
den. Pas op bij het voortzetten van reeds begonnen zaagsneden.
-
Begin met lopende zaagketting aan de zaagsnede!
-
De zaagketting moet altijd correct geslepen worden. Let daarbij
vooral op de juiste hoogte van de dieptebegrenzing.
-
Zaag nooit meerdere takken tegelijkertijd door! Let er bij het
verwijderen van takken op dat geen andere tak geraakt wordt.
-
Let bij het afkorten op in de buurt liggende stammen.

Werkomstandigheden en -technieken

-
Werk alleen bij goed zicht en goede verlichting. Let in het bij-
zonder op gladheid, nattigheid, ijs en sneeuw (uitglijgevaar).
Verhoogd gevaar voor uitglijden bestaat op vers ontbast hout
(schors).
-
Werk nooit op een onstabiele ondergrond. Let op obstakels op
de werkplek, struikelgevaar. Let er voortdurend op dat u stevig
staat.
-
Zaag nooit boven schouderhoogte (11).
-
Zaag nooit staande op een ladder (11).
-
Klim nooit met de motorkettingzaag in een boom om werkzaam-
heden uit te voeren.
-
Niet te ver voorovergebogen werken!
-
Beweeg de motorkettingzaag zodanig dat zich geen lichaam s-
delen in het verlengde van het zwenkbereik van de zaagketting
bevinden (12).
-
Gebruik de motorkettingzaag uitsluitend voor het zagen van
hout.
-
Houd de lopende zaagketting vrij van de grond.
-
Gebruik motorkettingzagen nooit voor het wegtillen en verwij-
deren van stukken hout en andere voorwerpen.
-
Ontdoe het bereik van de zaagsnede van vreemde voorwerpen
zoals zand, stenen, spijkers etc. Vreemde voorwerpen bescha-
digen de zaag en kunnen gevaarlijke terugslag (kickback) tot
gevolg hebben.
-
Gebruik bij het zagen van sprokkelhout en dunne stammen
een stabiele bok (indien mogelijk een zaagbok, 13). Het hout
mag niet met de voet of door een tweede persoon worden
vastgehouden.
-
Rondhout moet tegen verdraaien tijdens het zagen worden
geborgd.
-
Bij afkorten moet de getande beugel (13, Z) tegen het te
zagen hout worden gezet.
-
Voor het afkorten moet de getande beugel tegen het te zagen
hout gezet worden en pas daarna met lopende zaagketting het
hout gezaagd worden. De zaag wordt daarbij door middel van
de achterste handgreep omhoog getrokken en met de beugel-
handgreep geleid. De getande beugel dient daarbij als draaipunt.
Het volgen gebeurt met een lichte druk op de beugelgreep. De
zaag hierbij iets terugtrekken. Getande beugel lager aanzetten
en opnieuw de achterste handgreep omhoog trekken.
-
Steek- en langssneden mogen alleen door speciaal ge-
schoold personeel uitgevoerd worden (verhoogd gevaar
voor terugslag).
-
Bij het aanzagen kan de zaag zijwaarts wegglijden of licht
opspringen. Dit is afhankelijk van het hout en de toestand van
de zaagketting. Houd de motorzaag daarom altijd met beide
handen vast.
Langssneden (14) in een zo klein mogelijke hoek aanzetten.
-
Hier moet bijzonder voorzichtig te werk worden gegaan, daar
de getande beugel niet kan grijpen.
-
Trek de zaag alleen met lopende zaagketting uit het hout.
-
Zijn er meerdere zaagsneden nodig dan moet de gashendel
tussendoor losgelaten worden.
6
10
11
12
13
14

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave