Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Een Eigen Te Vermijden Punt Uitschakelen; Te Vermijden Punten Verwijderen; Offroad Navigeren; Brandstofverbruik - Garmin zumo 590 Gebruikershandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor zumo 590:
Inhoudsopgave

Advertenties

3
Selecteer het vertrekpunt op een weg die u wilt vermijden en
selecteer Volg..
4
Selecteer het eindpunt op de weg en selecteer Volg..
5
Selecteer OK.

Een eigen te vermijden punt uitschakelen

U kunt een zelf ingesteld te vermijden punt uitschakelen zonder
het te wissen.
1
Selecteer Instellingen > Navigatie > Aangepast vermijden.
2
Selecteer een te vermijden punt.
3
Selecteer
> Schakel uit.

Te vermijden punten verwijderen

1
Selecteer Instellingen > Navigatie > Aangepast vermijden.
2
Selecteer een optie:
• Selecteer
om alle eigen te vermijden punten te
verwijderen.
• Als u een eigen te vermijden punt wilt verwijderen,
selecteert u het te vermijden punt en vervolgens

Offroad navigeren

Als u niet de normale wegen wilt gebruiken, kunt u de Offroad-
modus gebruiken.
1
Selecteer Instellingen > Navigatie.
2
Selecteer Berekenmodus > Offroad > Sla op.
De volgende route wordt berekend als een rechte lijn naar de
locatie.

Brandstofverbruik

U kunt instellen dat uw toestel het brandstofverbruik inschat en
u een waarschuwing geeft wanneer u de limiet van het
geschatte brandstofbereik nadert. U ontvangt dan suggesties
voor tankstations in de buurt op basis van het geschatte
brandstofbereik. Als brandstofverbruik is ingeschakeld, geeft
de huidige brandstofstatus weer.
Wit: Brandstofverbruik is uitgeschakeld of het toestel is niet
aangesloten op de motorfietshouder.
Groen: Het geschatte brandstofbereik ligt boven het
waarschuwingsniveau van de brandstoftank.
Oranje: Het geschatte brandstofbereik ligt onder het
waarschuwingsniveau van de brandstoftank.
Rood: De geschatte resterende afstand op de tank is 0.

Brandstofverbruik inschakelen

Voordat u het brandstofverbruik kunt bijhouden, moet het toestel
zich in de motorfietsmodus of offroadmodus bevinden en in de
motorfietshouder zijn geplaatst.
Als u brandstofverbruik inschakelt, wordt er een brandstofmeter
weergegeven op de reiscomputer
weergeven, pagina
9).
1
Vul de brandstoftank.
2
Selecteer Apps > Brandstofinstellingen >
Brandstofverbruik.
3
Selecteer Afstand per tank.
4
Voer de afstand in die het voertuig kan afleggen op één
brandstoftank en selecteer OK.

Waarschuwing voor laag brandstofpeil instellen

U kunt het toestel zodanig instellen dat u wordt gewaarschuwd
als het brandstofpeil in de tank laag is.
OPMERKING: Het toestel moet zijn aangesloten op de
motorfietshouder om dergelijke waarschuwingen te kunnen
geven.
1
Brandstofverbruik inschakelen
inschakelen, pagina
8).
8
> Wis.
(De pagina met reisinformatie
(Brandstofverbruik
2
Selecteer Brandstoftankwaarschuwing.
3
Voer een afstand in en selecteer OK.
Als u alleen nog voldoende brandstof over hebt om de
ingevoerde afstand af te leggen, wordt er een waarschuwing
voor een laag brandstofpeil op de kaartpagina weergegeven.

De afstand voor de brandstoftank opnieuw instellen

Wanneer u uw brandstoftank opnieuw vult, moet u de afstand
voor de brandstoftank opnieuw instellen op uw toestel om
nauwkeuriger bij te houden hoeveel brandstof u nog hebt.
Selecteer Apps > Brandstofinstellingen > Herstel
brandstoftank.

Dynamische tankstations inschakelen

Voordat u dynamische tankstops kunt inschakelen, moet het
toestel zich in de motorfietsmodus bevinden en in de
motorfietshouder zijn geplaatst, en moet brandstofverbruik
bijhouden zijn ingeschakeld.
U kunt instellen dat het toestel suggesties geeft voor
tankstations op basis van uw geschatte brandstofbereik.
Selecteer Apps > Brandstofinstellingen > Dynam.
tankstations.

Kaartpagina's

De kaart aanpassen

De kaartlagen aanpassen

U kunt aanpassen welke informatie op de kaart wordt
weergegeven, zoals pictogrammen voor nuttige punten en
wegomstandigheden.
1
Selecteer Instellingen > Kaart en voertuig > Kaartlagen.
2
Selecteer welke lagen u op de kaart wilt weergeven en
selecteer Sla op.

Het reislog weergeven

Uw toestel houdt een reislog bij; een overzicht van de door u
afgelegde weg.
1
Selecteer Instellingen > Kaart en voertuig > Kaartlagen.
2
Schakel het selectievakje Reislog in.

Het kaartgegevensveld aanpassen

1
Selecteer een gegevensveld op de kaart.
OPMERKING: U kunt Snelheid niet wijzigen.
2
Selecteer welk type gegevens u wilt weergeven.
3
Selecteer Sla op.

Het kaartperspectief wijzigen

1
Selecteer Instellingen > Kaart en voertuig >
Autokaartweergave.
2
Selecteer een optie:
• Selecteer Koers boven om de kaart tweedimensionaal
weer te geven, met uw reisrichting bovenaan.
• Selecteer Noord boven om de kaart tweedimensionaal
weer te geven, met het noorden bovenaan.
• Selecteer 3D om de kaart driedimensionaal weer te
geven.

Routeactiviteit bekijken

Een lijst met afslagen weergeven

Als u een route aflegt, kunt u alle afslagen voor de volledige
route weergeven, inclusief de afstand tussen de afslagen.
1
Selecteer tijdens het navigeren de tekstbalk aan de
bovenkant van de kaart.
2
Selecteer een afslag.
Kaartpagina's

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

010-01232-01

Inhoudsopgave