6.2.2. Testmodus
Met stand 8 wordt de besturing in de zogenaamde testmodus gebracht. In deze modus worden
verschillende tijdbeveiligingen (carterverwarming, anti-pendel, optraptimers) op een kleinere
waarde ingesteld. De testmodus kan tijdens de inbedrijfstelling worden gebruikt. De testmodus
zal gedurende maximaal ‚‚n uur geactiveerd blijven. Indien de koelmachine binnen deze tijd in de
normale bedrijfsmodus moet worden teruggebracht, kan worden volstaan met het kiezen van een
andere stand voor de 'DISPL. SEL.' schakelaar, en het geven van een algemene machinereset.
(Reset-druktoets langer dan 5 sec. bedienen)
ONOORDEELKUNDIG GEBRUIK VAN DE TESTMODUS KAN TOT STORINGEN AAN DE KOELMACHINE
LEIDEN!
6.2.3. Diagnoseregisters
Als met schakelaar DISP. SEL. stand 3,4 of 5 gekozen wordt zal, na melding 'HLP 4' de inhoud
van de diagnoseregisters voor resp. circuit 1, circuit 2, en het algemene diagnoseregister worden
getoond.
Positie DISP. SEL.
3
Tabel 10, Diagnoseregister circuit 1
8 EC 91 0003.REV.1
Waarde Uitleg diagnoseregister HLP 4
10
Circuit OOK
11
Lagedruk storing circuit 1 (transmitter)
12
Lagedruk storing circuit 1 (pressostaat)
13
Hogedruk storing circuit 1 (transmitter)
14
Hogedruk storing circuit 1 (pressostaat)
15
Oliedruk storing compressor 1
16
Motorstroombeveiliging compressor 1 aangesproken
17
Wikkelingstemperatuur-beveiliging compressor 1 aangesproken
18
Klixonbeveiliging compressor 1 aangesproken
19
Temperatuurbeveiliging condensorventilator(en) circuit 1 aangesproken
20
Persgastemperatuur-beveiliging compressor 1 aangesproken
21
Anti-pendel-beveiliging compressor 1 aangesproken
22
Aftopregeling compressor 1 actief (hoge condensatietemperatuur)
23