5.3. Discrete regeling
Dit type condensorregeling werkt volgens het 'conventionele' principe van het in en uit schakelen
van condensorventilatoren. Wanneer de condensatietemperatuur met 5K boven de gewenste
waarde stijgt, zal een ventilator worden ingeschakeld. Wanneer na een bepaalde tijd (1 minuut)
de condensatietemperatuur een waarde bereikt welke lager is dan de gewenste waarde, zal de
betreffende ventilator worden uitgeschakeld. Voor deze ventilator zal de inschakelwaarde nu
komen te liggen op de gewenste waarde + 10K. Indien na de tijdconstante van 1 minuut de
condensatietemperatuur zich boven de gewenste waarde bevindt, zal er geen actie plaatsvinden,
en kan eventueel een volgende ventilator inschakelen. Wanneer de condensorventilatoren in uw
Refac koelmachine zijn uitgevoerd met meerdere toerentallen, zal in plaats van het inschakelen
van een volgende ventilator, eerst de laatst bijgeschakelde ventilator naar hoog toerental worden
geschakeld.
5.3.1. Pulsbreedteregeling, uitvoering 1
Bij dit type regeling zal de capaciteit van de condensor modulerend worden geregeld door middel
van het gedurende korte tijd aan en uit schakelen van een ventilator (cyclustijd = 5 sec). Hierdoor
zal een condensatietemperatuur kunnen worden gehandhaafd, die exact op de gewenste waarde
ligt. Wanneer meerdere ventilatoren zijn toegepast, is het voldoende om één ventilator met dit
type regeling uit te voeren.
5.3.2. Pulsbreedteregeling, uitvoering 2
Wanneer uw koelmachine is uitgevoerd met scroll compressoren, zullen de ventilatoren per
circuit gelijktijdig door middel van de pulsbreedteregeling worden bestuurd. In deze applicatie zal
onder extreme bedrijfcondities omgeschakeld worden op het hoogste toerental.
Conditie
Condensatietemperatuur > 48°C
Condensortemperatuur < 43°C
Tabel 7 , Pulsbreedte regeling, uitv. 2; schakelpunten
5.4. Regeling elektronisch expansieventiel
Het Enertronic Control System zal, bij Refac koelmachines uitgerust met elektronische
expansieventielen, zorg dragen voor de juiste dosering van koudemiddel naar de verdamper. Het
doet dit aan de hand van procesgegevens, afkomstig van verschillende meetpunten in de
koelmachine. Het ventiel kent twee toestanden, open of dicht. De juiste dosering wordt verkregen
door het ventiel middels pulsbreedteregeling aan te sturen. De stuuractie van de pulsbreedte
regeling wordt bepaald door een berekende 'feed forward' waarde, gecorrigeerd met een PI actie
op basis van de bereikte oververhitting.
8 EC 91 0003.REV.1
Actie
Omschakeling naar hoog toerental
Terugschakelen naar laag toerental
17