5.1.3. Afpompschakeling
Er kan bij bepaalde machine configuraties (meestal bij condensingunits) gebruik worden maakt
van een afpompschakeling. Dit kan nodig zijn, om te voorkomen dat zich vloeibaar koudemiddel
ophoopt in de aanzuigcircuits van de compressoren. Wanneer een compressor in de laagste
capaciteitstrap werkt en de koelvraag neemt af, zal de magneetafsluiter voor het koudemiddel
gesloten worden. De compressor blijft echter werken, totdat de zuigdruk gedaald is tot een
waarde waarbij normaal een lage druk gedetecteerd wordt. Middels toepassing van een extra
'afpomppressostaat' kan ook worden afgepompt tot een lagere waarde.
5.1.4. Voorkeurwissel
Bij koelmachines welke zijn uitgevoerd met twee compressoren zal, op basis van het aantal
bedrijfsuren per compressor, de voorkeur voor welke compressor het eerst door de
capaciteitsregeling wordt ingeschakeld kunnen wijzigen. Dit resulteert erin, dat het onderlinge
verschil in bedrijfsuren tot maximaal tien zal worden beperkt. (Streefwaarde).
5.1.5. Pieklast-begrenzing
Er is op de besturing een ingang gereserveerd voor het activeren van de zogenaamde pieklast
begrenzing. Wanneer een spanningsvrij contact, verbonden met deze ingang, gesloten wordt
(bijvoorbeeld tijdens piekafname van uw elektriciteitsvoorziening) zal in geval van een twee
circuit-koelmachine de tweede compressor worden uitgeschakeld. Zodoende kunt u de
elektriciteitsopname van uw Refac koelmachine tijdelijk tot de helft reduceren.
5.2. Condensorregeling
Voor het aanpassen van het condensorvermogen aan het te leveren koelvermogen bij
verschillende buitenluchtcondities, staat een tweetal regelingen ter beschikking; de discrete
regeling (aan-uit) en de pulsbreedte-regeling. Wanneer een 'standaard' inzetgebied gewenst is,
kan worden volstaan met de 'discrete regeling'; voor winterregeling 1 en 2 zal de pulsbreedte-
regeling van toepassing zijn. Voor beide regelingen geldt, dat ernaar gestreefd wordt om een zo
laag mogelijke condensatietemperatuur te handhaven. Om in deellastbedrijf een zo efficiënt
mogelijk
condensatietemperatuur (35 C) extra verlaagd. (zie figuur 5)
8 EC 91 0003.REV.1
gebruik
van
de
koelmachine
Figuur 5 , Verlaging condensatietemperatuur bij deellastbedrijf
te
kunnen
maken
wordt
de
gewenste
16