A
B
C
16
2
4
3
1
6
5
7
Motor starten
De motorkettingzaag mag pas gestart worden na volledig
te zijn samengebouwd en controle!
Op minstens 3 m afstand van de plek waar getankt wordt.
Zorg dat u stabiel staat en leg de motorkettingzaag zo op de
grond leggen dat de zaaginrichting vrij van de grond blijft.
Kettingrem inschakelen (blokkeren).
Houd de beugelgreep stevig met één hand vast en druk de
motorkettingzaag tegen de grond.
Plaats de punt van de rechter voet in de achterste
handbeschermer.
Koudstart:
De chokehendel (1) tot aan het voelbaar inklikken eruit trekken.
Hierbij wordt tegelijkertijd de halfgasvastzetter bediend.
I/STOP-schakelaar (3) van de ontsteking in de richting van de
pijl schuiven.
Trek de starterkabel (4) langzaam uit tot u weerstand voelt (de
zuiger staat nu voor het bovenste dode punt).
Start ven tiel (2) in druk ken.
Trek de kabel nu snel en krachtig verder uit tot er een eerste
hoorbare ontsteking volgt
ATTENTIE: De starterkabel niet meer dan ca. 50 cm uittrek ken
en altijd langzaam met de hand terugbrengen.
Start ven tiel (2) in druk ken.
De chokehendel (1) naar binnen drukken en opnieuw aan
de startkabel trekken. Zodra de motor loopt, de handgreep
omvatten (de veiligheidsblokkeertoets (5) wordt met de handpalm
bediend) en de gashendel (6) aantippen. De halfgasvastzetter
wordt opgeheven en de motor loopt stationair.
Attentie: de motor moet na het aanlopen direct teruggebracht
worden naar het stationaire toerental, daar anders schade kan
ontstaan aan de kettingrem.
.
Nu de kettingrem lossen
Warmstart:
Zoals bij de koudstart beschreven, doch vóór de start de
chokehendel (1) één keer eruit trekken en onmiddellijk weer
erindrukken, om alleen de halfgasvastzetter te activeren.
Afzetten van de motor
De I/STOP-schakelaar van de ontsteking in de stand „STOP"
schuiven.
Kettingrem controleren
De kettingrem moet elke keer vóór werkbegin worden
gecontroleerd.
De motor zoals beschreven starten (een vellige stand innemen
en de motorzaag zodanig op de grond zetten, dat het zaagwerk
vrij staat).
De beugelgreep met één hand stovig omvatten, de andere hand
aan de handgreep.
De motor op halve toeren laten lopen en met de rug van de
hand de handbeschermer (7) in de richting van de pijl drukken
tot de kettingrem blokkeert. Nu moet de zaagketting onmiddel-
lijk tot staan komen.
De motor onmiddellijk in zijn vrij zetten en de kettingrem weer
loszetten.
Attentie: Indien de zaagketting na deze controle niet on-
middellijk tot stilstand komt, mag men in geen geval met
het werk beginnen. U moet dan de hulp van een DOLMAR
servicewerkplaats inroepen.
.