Normaal kopiëren
• Raadpleeg de handleiding
"Kopiëren" op pagina 232) voor speciale afdrukfuncties.
• De toegang tot menu's kan verschillen van model to model (zie
"Menuoverzicht" op pagina 32
bedieningspaneel" op pagina 24).
15
Normaal kopiëren
1
Selecteer
(Kopie) > Normaal kopiëren >
het aanraakscherm.
2
Plaats originelen in de documentinvoer met de bedrukte zijde naar
boven of plaats een enkel document met de bedrukte zijde naar
onder op de glasplaat van de scanner (zie "Originelen plaatsen" op
pagina 52).
3
Om de kopieerinstellingen, zoals onder meer Verkl./vergr.,
Donkerte, Type origineel, aan te passen via de knoppen op het
bedieningspaneel (zie "De instellingen per kopie wijzigen" op pagina
62).
4
Voer indien nodig het aantal kopieën in met behulp van de pijl of het
numeriek toetsenblok.
5
Tik op Start op het aanraakscherm of druk op
bedieningspaneel.
Handleiding Geavanceerd (zie
or
"Overzicht van het
(Opties) op
(Start) op het
Als u de kopieertaak moet annuleren terwijl deze wordt uitgevoerd,
drukt u op
(Stop). De kopieertaak wordt dan gestopt.
16
De instellingen per kopie wijzigen
Het apparaat beschikt over standaardinstellingen voor kopiëren zodat u
snel en gemakkelijk een kopie kunt maken.
• Als u tijdens het instellen van de kopieeropties tweemaal op
(Stop) drukt, worden alle opties die u voor de huidige
kopieertaak hebt ingesteld geannuleerd en worden de
standaardinstellingen hersteld. Na afloop van een kopieerproces
worden de standaardinstellingen altijd automatisch hersteld.
• Het openen van de menu's kan verschillen per model (zie
"Menuoverzicht" op pagina 32).
Tonersterkte
Als er vlekken en donkere afbeeldingen op uw origineel staan, kunt u de
helderheid aanpassen om de kopie beter leesbaar te maken.
2. Menuoverzicht en basisinstellingen
62