Afdrukfuncties
•
In Windows 7/8 selecteert u Configuratiescherm > Apparaten en
printers.
3
Selecteer uw apparaat.
4
Klik met uw rechtermuisknop op uw apparaat en selecteer Als
standaard instellen.
Als bij het item Als standaard instellen voor Windows 7 of Windows
Server 2008 R2 het teken ► staat, kunt u andere printerstuurprogramma's
selecteren die met de geselecteerde printer verbonden zijn.
14
Geavanceerde afdrukfuncties gebruiken
XPS-printerstuurprogramma: wordt gebruikt om af te drukken in een
XPS-bestandsindeling.
• Zie "Functies per model" op pagina 8.
• Het XPS-printerstuurprogramma kan alleen geïnstalleerd worden op
Windows Vista OS of een recentere versie.
• Installeer extra geheugen wanneer een XPS-taak niet wordt afgedrukt
omdat de printer onvoldoende geheugen heeft.
• U kunt het printerstuurprogramma en de software installeren wanneer u
de software-cd in het cd-rom-station van uw computer plaatst. Voor
Windows selecteert u het XPS-printerstuurprogramma in het venster
Selecteer de te installeren software en
hulpprogramma's.
Afdrukken naar een bestand (PRN)
Het kan soms handig zijn om de af te drukken gegevens op te slaan als een bestand.
1
Kruis het selectievak Afdrukken naar bestand in het venster Afdrukken aan.
2
Klik op Afdrukken.
3
Voer het doelpad en de bestandsnaam in en klik vervolgens op OK.
Bijvoorbeeld c:\Temp\bestandsnaam.
Als u enkel de bestandsnaam invoert wordt het bestand automatisch
opgeslagen in Mijn documenten, Documents and Settings of
Gebruikers. De opslagmap kan verschillen, afhankelijk van uw
besturingssysteem of het gebruikte programma.
276
4. Speciale functies