INSTALLATIE IN HET VOERTUIG (VERVOLG)
Voor een veilige werking van uw Dash Cam in uw voertuig, lees de onderstaande opmerkingen zorgvuldig.
Zoals aangegeven in de installatie-instructies, is het aangeraden om de Dash Cam te plaatsen zodat deze
het zicht van de bestuurder op de weg NIET belemmerd, en bij voorkeur is geplaatst aan de passagierszijde
van het voertuig en achter de achteruitkijkspiegel. Hoewel de Dash Cam duidelijk door de voorruit moet
kunnen kijken in een gebied dat door de ruitenwissers wordt geveegd, moet de Dash Cam dusdanig worden
gemonteerd zodat deze niet significant aanwezig is in het gebied van de ruitenwissers. 40mm binnen het
groene geveegde gebied is maximaal wettelijk is toegestaan.
Monteer de Dash Cam NIET vlak voor de bestuurder, aangegeven door het rode gebied in de bovenstaande
afbeelding.
Wanneer u de Dash Cam in een voertuig monteert, zorg er dan altijd voor dat het apparaat stevig tegen de
voorruit is gedrukt, en probeer de stroomkabel onder de richel te verbergen waar mogelijk. Let erop dat de
stroomkabel van de Dash Cam de besturing van de bestuurder niet belemmert, zoals bij het stuurwiel, de
pedalen of de versnellingspook.
Monteer de Dash Cam NIET voor de airbag, of op een plek waar de spiegels worden belemmert.
Maak voordat de Dash Cam wordt geplaatst de montageplek op de voorruit schoon. Om een goede
hechting te bevorderen kan tevens een beetje vocht op de zuignap worden aangebracht.
Het wordt aangeraden om de Dash Cam tijdens het rijden NIET te bedienen. De automatische
start-/stoptechnologie van het apparaat maakt bediening van het apparaat tijdens het rijden niet
noodzakelijk.
Het aanpassen van instellingen of het bekijken van opnames moet tijdens het stilstaan worden gedaan, niet
tijdens het rijden.
Gebruik uw mobiele apparaat enkel tijdens het stilstaan, niet tijdens het rijden.
Nadat de aanvankelijke INSTELLING eenmaal is uitgevoerd op de Dash Cam, stel de Screen Saver a.u.b. in
op 'On'. Wanneer het voertuig is gestart, dan zal het scherm hierdoor een korte tijd later blanco worden
zodat het scherm GEEN afleiding zal zijn voor de bestuurder.
20