1. Controleer of de netvoedingsadapter correct is aangesloten. Voor instructies voor het aansluiten van
de netvoedingsadapter raadpleegt u de publicatie Handleiding voor veiligheid, garantie en installatie
die is meegeleverd met uw computer.
2. Als de netvoedingsadapter op de juiste manier is aangesloten, schakelt u de computer uit, koppelt u de
netvoedingsadapter los en verwijdert u de batterij.
3. Breng de batterij weer aan, sluit de netvoedingsadapter weer aan en zet de computer aan.
4. Als het stekkerpictogram nog steeds niet in het systeemvak van Windows staat en het
systeemstatuslampje niet drie keer knippert bij het aansluiten op een energiebron, moeten de
netvoedingsadapter en de computer worden nagekeken.
Opmerking: Als u een computer met het besturingssysteem Windows 7 gebruikt en u wilt het
voedingsadapterpictogram (stekker) weergeven, kunt u op Verborgen pictogrammen tonen in het
systeemvak van Windows klikken.
Problemen met de voeding
Druk deze aanwijzingen nu af en bewaar die afdrukken bij uw computer, zodat u ze in de toekomst
kunt raadplegen.
Als de computer helemaal geen energie krijgt, controleert u het volgende:
1. Controleer de aan/uit-knop. Raadpleeg 'Statuslampjes' op pagina 6.
2. Controleer alle voedingsaansluitingen. Verwijder alle stekkerdozen en piekspanningsbeveiligingen en
steek de stekker van de netvoedingsadapter rechtstreeks in het stopcontact.
3. Controleer de netvoedingsadapter. Controleer of het apparaat beschadigd is en controleer of het
netsnoer goed is aangesloten op de adapter en op de computer.
4. Controleer of het stopcontact werkt, door er een ander apparaat op aan te sluiten.
5. Verwijder alle apparaten en controleer de systeemvoeding terwijl zo weinig mogelijk apparaten zijn
aangesloten.
a. Ontkoppel de netvoedingsadapter en alle kabels van de computer.
b. Sluit het beeldscherm en keer de computer om.
c. Verwijder de batterij. Raadpleeg 'De batterij verwisselen' op pagina 128.
d. Verwijder de geheugenmodule. Raadpleeg 'Een geheugenmodule vervangen' op pagina 144.
e. Verwijder het vaste-schijfstation of het hybride vaste-schijfstation. Raadpleeg 'Het interne
opslagstation vervangen' op pagina 139.
f. Wacht 30 seconden en installeer de geheugenmodule en een werkende batterij opnieuw of sluit de
netvoedingsadapter aan om de computer te testen terwijl er zo weinig mogelijk apparaten zijn
aangesloten.
g. Sluit de apparaten die u eerder hebt verwijderd een voor een weer aan.
Als de computer niet werkt met de batterij als energiebron, controleert u het volgende:
1. Verwijder de batterij en plaats de batterij terug om ervoor te zorgen dat de batterij correct is aangesloten.
Raadpleeg 'De batterij verwisselen' op pagina 128.
2. Vervang de batterij door een andere batterij van hetzelfde type, indien beschikbaar.
Als er een ander, vergelijkbaar model ThinkPad beschikbaar is, controleert u of de batterij in die andere
computer wel werkt en of de batterij van die andere computer in uw ThinkPad werkt.
Probleem met de aan/uit-knop
Probleem: Het systeem reageert niet en u kunt de computer niet uitschakelen.
.
Hoofdstuk 8
Computerproblemen oplossen
113