5. Installatie en bediening
5.1 Veiligheidsvoorschriften
Plaatsing
Het apparaat uitpakken en het verpakkingsmateriaal verwijderen volgens de
•
milieuwetgeving.
VOORZICHTIG!
Verwijder nooit het typeplaatje en waarschuwingsaanduidingen
van het apparaat.
Plaats het apparaat op een vlakke, stabiele, droge en watervaste ondergrond die
•
bestand is tegen hoge temperaturen.
Zet het apparaat nooit op een brandbare ondergrond.
•
Plaats het apparaat niet in de buurt van open vuur, elektrische kachels, verwarmings-
•
ketels of andere warmtebronnen.
Zet het apparaat nooit bij ontvlambare materialen zoals alcohol, spiritus of benzine.
•
Stel het apparaat nooit aan de rand of aan de kant van het werkoppervlak.
•
Bedek of blokkeer de ventilatieopeningen van het apparaat niet.
•
Let op goede luchtventilatie. Van alle kanten dient minimaal 10 cm ruimte te zjin,
•
en boven het apparaat 1 m.
Plaats het apparaat op een plaats waar kinderen niet bij kunnen. Let erop dat kleine
•
kinderen het apparaat niet mee kunnen trekken met de stroomkabel.
Plaats het apparaat zodanig dat de stekker altijd bereikbaar is om het apparaat
•
indien nodig snel uit te kunnen schakelen.
Aansluiting
GEVAAR! Gevaar voor elektrische schokken!
Wanneer het apparaat niet juist is geïnstalleerd kan het
lichamelijk letsel veroorzaken!
Vergelijk de gegevens van het lokale elektriciteitsnet met
de technische gegevens van het apparaat (zie het type-
plaatje) voordat u het installeert. Sluit het apparaat alleen
aan wanneer deze volledig met elkaar overeenstemmen!
Elk elektrisch circuit van stopcontacten moet met minstens 16A afgezekerd worden.
•
Sluit het apparaat enkel direct op een wandstopcontact aan; verdelers of
meervoudige stopcontacten mogen niet gebruikt worden.
- 180 -