Download Print deze pagina

Sony DSC-RX10M4 Gebruiksaanwijzing pagina 465

Advertenties

de opgenomen bewegende beelden te schrijven naar de geheugenkaart.
Wanneer [
OPNAME-tijd] is ingesteld op [Eindtrigger] of [Eindtrigger half]:
Het opnemen van bewegende beelden stopt en de camera begint de opgenomen bewegende beelden te schrijven
naar de geheugenkaart.
Menu-onderdelen
Opname-instell. :
Selecteert de beeldfrequentie van de bewegende beelden uit [60p 50M]/[50p 50M], [30p 50M]/[25p 50M], en [24p 50M*].
* Alleen wanneer [NTSC/PAL schakel.] is ingesteld op NTSC.
Beeldsnelheid :
Selecteert de beeldfrequentie voor opnemen uit [240fps]/[250fps], [480fps]/[500fps] en [960fps]/[1000fps].
Voorkeuze-instell. :
Selecteer uit [Kwaliteitsvoorkeuze] wat het belangrijkste is voor de beeldkwaliteit, en selecteer uit [Opn.tijdsvoorkeuze]
wat het belangrijkste is voor de tijdsduur van de bewegende beelden.
OPNAME-tijd :
Selecteert of gedurende een ingestelde tijdsduur moet worden opgenomen nadat u op de MOVIE-knop drukt
([Starttrigger]), of dat gedurende een ingestelde tijdsduur moet worden opgenomen totdat u op de MOVIE-knop drukt
([Eindtrigger]/[Eindtrigger half]).
Beeldfrequentie
Bij opnemen van bewegende beelden in super slow motion neemt de camera op met een kortere sluitertijd dan het
aantal opgenomen frames per seconde. Bijvoorbeeld, wanneer [
sluitertijd per frame korter zijn dan ongeveer 1/1000 seconde om 960 frames per seconde op te nemen. Om deze
sluitertijd te kunnen handhaven, is voldoende omgevingslicht noodzakelijk tijdens het opnemen. Als er onvoldoende
omgevingslicht is, wordt de ISO-gevoeligheid hoger waardoor meer ruis ontstaat.
Kortste opnameafstand
Het beeld wordt onscherp wanneer het onderwerp te dichtbij is, zoals bij een macro-opname. Neem op vanaf de
minimale opnameafstand (gerekend vanaf de voorkant van de lens: ongeveer 3 cm in de groothoek-stand, ongeveer
72 cm in de telefoto-stand, en ongeveer 140 cm bij een gelijkwaardige 35 mm-formaat brandpuntsafstand van
ongeveer 250 mm) of verder.
Timing van de opname
Afhankelijk van de instelling van [
en het opgenomen gedeelte van de bewegende beelden, zoals hieronder afgebeeld.
[Starttrigger]
Het opnemen van bewegende beelden (vastleggen) begint zodra op de MOVIE-knop wordt gedrukt. Wanneer nogmaals
op de MOVIE-knop wordt gedrukt, of wanneer de opneembare tijdsduur is verstreken, stopt het opnemen van
bewegende beelden en begint de camera de opgenomen bewegende beelden te schrijven naar de geheugenkaart.
(A): Het punt waarop op de MOVIE-knop wordt gedrukt
(B): Het opgenomen gedeelte
(C): Het schrijven naar de geheugenkaart wordt uitgevoerd (u kunt niet beginnen met de volgende opnamesessie.)
OPNAME-tijd], is de relatie tussen het moment waarop u op de MOVIE-knop drukt
465
Beeldsnelheid] is ingesteld op [960fps], zal de

Advertenties

loading