11.1.3. Instellingen videostream
Stream:
Type:
Resolutie:
Bitrate:
Videokwaliteit:
Beeldfrequentie:
Max. beeldfrequentie:
Video codec:
Profiel:
I-frame interval:
Kies het eerste, tweede of indien beschikbaar in het cameramodel de
derde videostream voor de configuratie.
Kies of video dan wel video en audio moeten worden overgedragen.
Kies de resolutie van de videostream.
Kies de streamingmethode:
Constante bitrate: Houdt de bitrate constant op de ingestelde waarde,
onafhankelijk van de kwaliteit.
Variabele bitrate: Houdt de videokwaliteit constant op de ingestelde
waarde, onafhankelijk van de max. bitrate.
Kies de kwaliteit die moet worden bereikt (alleen bij variabele bitrate).
De hier ingestelde waarde beschrijft het compressieniveau.
Kies het aantal beelden per seconde dat moet worden overgebracht.
Kies de bandbreedte die constant voor de gegevensoverdracht moet
worden gebruikt (alleen bij constante bitrate).
Selecteer de codec die moet worden gebruikt voor het comprimeren
van de gegevens.
Selecteer hier het profieltype van de videocodec. Een profiel is
genormeerd en bepaalt welke parameters voor de encoding moeten
worden gebruikt.
Selecteer hoe vaak een I-frame (alleen bij H.264) moet worden
verzonden. Hoe vaker een I-frame (volledig beeld) wordt verzonden,
des te beter is de videokwaliteit, maar des te meer bandbreedte is er
nodig.
28
Nederlands