Configuratie
Definitie
De configuratie van de centrale bestaat uit:
- Het selecteren van de uitgangen (hulpcontacten: "AUX 1" tot "4" en sirenes 2: "SOUNDERS CIRCUIT 2"),
indien die ingeschakeld moeten worden tijdens de activering van een meldzone,
- Het kiezen van de werkingswijze, vertraagd of onmiddellijk voor iedere meldzone.
Regel de tijdsvertraging van o tot 10 min (tijd tussen de activering van een meldzone en de activatie van
de uitgangen).
Methode
De centrale wordt geconfigureerd door het configureren van de zones of van de uitgang en de
tijdsvertraging.
Zet de netspanning aan.
In de modus "Configuratie" hebben de controlelampjes en de toetsen van de centrale niet dezelfde
betekenis als in de mode "Bedrijf":
- De rode controlelampjes
- De gele controlelampjes
meldzones,
- Het gele controlelampje
bij de tijdsvertraging,
- Het gele controlelampje
2.
22
"BRAND LUS" komen overeen met de hulpcontacten "1" tot "4",
"STORING/BUITEN DIENST/TEST LUS" horen bij de verschillende
¾
"TIJDSVERTRAGING CIRCUIT SIRENES N°2 EN HULPCONTACTEN" hoort
µ
"STORING SIRENES/SIRENES BUITEN DIENST" hoort bij het circuit sirenes