6.4.3 Instelling en configuratie – Warmtapwatertank
6.4.4 Warmtapwaterpomp voor ogenblikkelijk warm water
ERGA04~08EAV3(A) + EHVH/X04+08S18+23EA/EJ3V+6V+9W
Daikin Altherma 3 R F
4P629086-1 – 2020.08
6
Richtlijnen met betrekking tot mogelijke toepassingen
|
▪
Hoe lager de gewenste warmtapwatertanktemperatuur, hoe economischer. Door
een grotere warmtapwatertank te selecteren, kunt u de gewenste
warmtapwatertanktemperatuur verlagen.
▪
De warmtepomp zelf kan warm tapwater van maximum 55°C produceren (50°C
als de buitentemperatuur laag is). De elektrische weerstand in de warmtepomp
kan deze temperatuur verhogen. Hierdoor verbruikt u echter meer energie. We
adviseren de gewenste warmtapwatertanktemperatuur lager dan 55°C in te
stellen om de elektrische weerstand niet te moeten gebruiken.
▪
Hoe hoger de buitentemperatuur, hoe beter de warmtepomp presteert.
-
Als de energieprijzen dezelfde zijn overdag als 's nachts, adviseren we de
warmtapwatertank overdag op te warmen.
-
Als de energieprijzen 's nachts lager zijn, adviseren we de warmtapwatertank
's nachts op te warmen.
▪
Als de warmtepomp warm tapwater produceert, kan deze geen ruimte
verwarmen. Als u gelijktijdig warm tapwater en ruimteverwarming nodig hebt,
adviseren we het warm tapwater 's nachts te produceren wanneer er minder
ruimteverwarming gevraagd wordt.
▪
Voor grote warmtapwaterverbruiken kunt u de warmtapwatertank meerdere
malen overdag opwarmen.
▪
Op
de
warmtapwatertank
warmtapwatertanktemperatuur kunt u de volgende energiebronnen gebruiken:
-
De thermodynamische cyclus van de warmtepomp
-
Elektrische back-upverwarming
▪
Voor meer informatie over het optimaliseren van het energieverbruik om warm
tapwater te produceren: zie "10 Configuratie" [
Opstelling
h
i
a
b
a Binnenunit
b Warmtapwatertank
c Warmtapwaterpomp (ter plaatse te voorzien)
f Douche (ter plaatse te voorzien)
g Koud water
h UITGANG warm tapwater
i Hercirculatieaansluiting
▪
Door een warmtapwaterpomp aan te sluiten stroomt ogenblikkelijk warm water
uit de kraan.
▪
De warmtapwaterpomp en de plaatsing ervan zijn ter plaatse te voorzien en
vallen onder de verantwoordelijkheid van de installateur. Voor de elektrische
bedrading, zie
"9.3.5 De pomp van het warm tapwater
Voor meer informatie over het aansluiten van de hercirculatieverbinding: zie
"8.6.4 De hercirculatieleiding
op
te
f
c
g
4
aansluiten" [
95].
warmen
tot
de
4
126].
4
aansluiten" [
115].
Uitgebreide handleiding voor de installateur
gewenste
45