Bedienings- en aansluit-
ruimte - instrumenten met
intrinsiekveilige signaal-
uitgang
Elektronica- en aansluit-
ruimte - totalisatie
WEIGHTRAC 31 • Profibus PA
( )
1
Fig. 17: Bedienings- en aansluitruimte (Ex ia) bij instrumenten met intrinsiekvei-
lige signaaluitgang
1 Aansluitklemmen - signaaluitgang Profibus PA
2
Contactpen voor display- en bedieningsmodule resp. interfaceadapter
3
Aansluitklemmen voor de externe aanwijs- en bedieningseenheid
4
Aardklem
4.3
Aansluiting - totalisatie
Om ook brede transportbanden te kunnen meten, kunnen meerdere
instrumenten in cascade worden opgesteld. De meetbereiken van de
instrumenten moet elkaar daarbij overlappen.
Met een cascade wordt het samen schakelen van twee of meer
instrumenten bedoeld, die samen een langer meettraject kunnen
afdekken.
Daarbij reageert één instrument als primary en alle overige instru-
menten werken als secondaries.
De pulsfrequenties van alle instrumenten worden in het prima-
ry-instrument getotaliseerd en in een gemeenschappelijk signaal
omgezet.
Het primary-instrument moet de functie "massaflowmeting" hebben.
Kies daarvoor onder het menupunt " Inbedrijfname - Toepassing" de
functie "massaflowmeting".
Stel het adres (MGC) op het primary-instrument in op "99".
De seconday-instrumenten moeten daarvoor als "Summation se-
condary" worden gedefinieerd. Kies daarvoor onder het menupunt "
Inbedrijfname - Toepassing" de functie "Summation secondary".
U kunt de adresinstelling (MGC) op de secondary-instrumenten vrij
kiezen. Alleen het adres "99" is aan het primary-instrument voorbe-
houden.
Opmerking:
Let erop, dat alle instrumenten dezelfde softwareversie gebruiken. De
softwareversie 2.0 is niet downwards compatibel.
Sluit de instrumenten aan conform het volgende aansluitschema:
4 Op de voedingsspanning aansluiten
+
1
2
6 7 8
5
(-)
2
3
4
23