2.5
Inbedrijfstelling van mestvorken
1.
Het aankoppelen van de WIFO mestvork aan het hefwerktuig is afhankelijk van de uitvoering van de
mestvork:
a) Driepunt aankoppeling
Controleer of de trekstangen van de hefinrichting van de trekker op gelijke hoogste staan. Koppel de
mestvork aan de categorie II driepunt hefinrichting van de trekker. Gebruik de meegeleverde pennen en
borgclips. Stel de topstang zo in dat de tanden van de mestvork horizontaal staan. De zijdelingse speling van
de mestvork in de hefinrichting dient minimaal te zijn. Stel dat in met de stabilisatoren van de hefinrichting.
b) Voorlader-/verreiker- of shovel aankoppeling
Verwijder de pennen uit het snelkoppelframe. Kantel het snelkoppelframe voorover m.b.v. de kipcilinders.
Haak de mestvork aan de voorlader. De aankoppelhaken moeten tussen de geleidingsnokken op het
snelkoppelsysteem vallen. Kantel nu het snelkoppelframe achterover d.m.v. de kipcilinders. Plaats de
pennen met de borgclips weer zodat de klem stevig bevestigd wordt.
2.
Sluit de hydrauliek slangen aan en zorg er hierbij voor dat de snelkoppelingen goed schoon zijn, zodat er
geen vuil in het hydraulisch systeem van de machine komt.
3.
Controleer vervolgens of de hydraulische slangen overal vrij langs kunnen bewegen en loop na of het
systeem geen olie lekt.
4.
Controleer de balenklem op de juiste werking door het bedienen van de hydraulische functies.
De WIFO mestvork is nu gereed voor gebruik.
13