3.
Controleer of de uitlijning correct is uitgevoerd door te tikken op Print diagnostic plot (Diagnostisch
plot afdrukken) vanuit het instellingenpictogram op de pagina Printheads (Printkoppen). Plaats het
met papier bedekte hulpmiddel opnieuw in positie 1; en controleer na het afdrukken of de driehoek
zich in alle gevallen naast de doorlopende lijn bevindt. Als dat zo is, is de uitlijning juist.
Als er geen doorlopende lijn boven de driehoek te zien is, moet het patroon worden bijgesteld. Zoek
hiervoor de doorlopende lijn in het patroon en voeg het nummer toe aan het nummer dat u eerder
hebt gebruikt. Als de doorlopende lijn bijvoorbeeld boven -2 ligt en het ingevoerde nummer 12 is,
wijzigt u dit naar 10 op het front panel en tikt u op Finish (Voltooien).
Als alle lijnen in een patroon gebroken lijken, herhaalt u de uitlijning.
U wordt aangeraden de diagnostische plot opnieuw af te drukken totdat alle patronen perfect zijn
uitgelijnd.
Berichten op het front panel over de gezondheidsmeter van de printkop
Berichtbeschrijvingen en acties
De gezondheidsmeter van de printkop wordt op verschillende plekken op het front panel weergegeven. U
kunt dit bijvoorbeeld altijd controleren op het gedetailleerde informatiescherm van de printkop.
Berichten op het front panel over de gezondheidsmeter van de printkop
325