Een USB-geheugenapparaat gebruiken
3
Selecteer
(scannen) > Naar USB scannen > OK op het
bedieningsscherm.
Of selecteer Scan > USB > Volg. > Start op het aanraakscherm.
Het apparaat start met scannen.
Na het scannen kunt u het USB-geheugenapparaat uit het apparaat
verwijderen.
Aangepast scannen naar USB
U kunt het formaat, de grootte en de kleurenmodus van afbeeldingen
instellen telkens als u ze naar een USB-geheugenapparaat scant.
1
Selecteer
(scannen) >
functie op het bedieningspaneel.
Of selecteer Scan to >
het bedieningspaneel.
Of selecteer Directe USB > Naar USB scannen >
op het aanraakscherm.
2
Selecteer de gewenste optie.
•
Formaat van origineel: Hiermee stelt u de grootte van de
afbeelding in.
•
Type origineel: Stelt de originele documenten in.
•
Resolutie: Hiermee stelt u de afbeeldingsresolutie in.
(Menu) > Scanfunctie > USB-
(Menu) > Scanfunctie > USB-functie op
(instellingen)
•
Kleurmodus: Hiermee stelt u de kleurenmodus in. Als u in deze
optie Mono selecteert, kunt u JPEG niet selecteren in
Bestandsindeling.
•
Bestandsindeling: Hiermee stelt u de bestandsindeling in
waarin de afbeelding moet worden opgeslagen. Als u TIFF of
PDF selecteert, hebt u de mogelijkheid om meerdere pagina's te
scannen. Als u JPEG selecteert in deze optie, kunt u Mono niet
selecteren in Kleurenmodus.
•
Dubbelzijdig: Hiermee stelt u de duplexmodus in.
•
Tonersterkte: Hiermee stelt u het helderheidsniveau voor het
scannen van een origineel in.
•
Bestandnaam: Stelt de bestandnaam in.
•
Bestandsbeleid: Stelt het beleid in om de bestanden te
bewaren tussen het overschrijven en opnieuw benoemen.
•
PDF-codering: Stelt de gecodeerde PDF-bestanden in.
3
Selecteer de gewenste status en druk op OK.
4
Herhaal stappen 2 en 3 om andere opties in te stellen.
5
Druk op de knop
(Stop/Clear) of het home-pictogram (
terug te keren naar de stand-bymodus.
U kunt de standaardscaninstellingen wijzigen. Raadpleeg de handleiding
Geavanceerd.
2. Menuoverzicht en basisinstellingen
) om
93