STAP :: 03
DE ONTVANGERHALSBAND AANPASSEN
BELANGRIJK: Een correcte pasvorm en plaatsing van de ontvangerhalsband zijn van belang voor een effectieve
training. De contactpunten dienen rechtstreeks contact met de huid van de hond te maken.
Zie pagina 3 voor belangrijke informatie m.b.t. de veiligheid.
Om zeker te zijn van de correcte pasvorm volgt u de onderstaande stappen:
1.
Terwijl uw hond staat (3A) centreert u de
ontvangerhalsband zodat de contactpunten
zich onderaan de hals van de hond bevinden
waar zij de huid raken (3B). Als uw hond een
lange of dikke vacht heeft, zijn er twee opties
om voor een consistent contact te zorgen:
knip de vacht rond de contactpunten korter
of gebruik de langere contactpunten die bij
het systeem zijn meegeleverd.
•
Het kan nodig zijn de vacht rond de contactpunten bij te knippen. Scheer de nek van de hond nooit; dit kan
leiden tot uitslag of infectie.
•
De halsband mag niet strakker worden gemaakt dan nodig voor een goed contact. Bij een te strakke
halsband is het risico op druknecrose in het contactgebied groter.
2. De ontvangerhalsband moet goed aansluiten, maar moet los genoeg zitten om
één vinger tussen de band en de nek van de hond te kunnen plaatsen (3C).
3. Laat uw hond de halsband enkele minuten dragen en controleer dan opnieuw
hoe deze past. Controleer de pasvorm na een tijdje nogmaals, als uw hond
gewend raakt aan de ontvangerhalsband.
10
3A
S P O R T D O G . C O M
3B
3C