6.Inbedrijfstelling
HYDRAULIEKOLIEPEIL
Controleer het peil alleen wanneer motor koud is
en wanneer het werktuig in de laagste stand
staat. Controleer het oliepeil met de peilstok van
de olievuldop (onder de motorkap, aan de
linkerzijde). Het peil moet binnen de onderste 5
cm van de peilstok te zien zijn.
SMEERPUNTEN
De Wiellader dient wekelijks op de
volgende punten te worden
doorgesmeerd:
•
Hoofdscharnierpunt
•
Giekcilinder
•
Boemerang
•
Vergrendelingspennen
•
Scharnier werktuigdrager
•
Hefcilinder
•
Stuurcilinder
Smeer alle aangegeven smeerpunten
wekelijks. Smeer alle bewegende
onderdelen regelmatig met smeerolie,
zoals de pedalen, handvatten en
scharnieren op basis van de gebruiksintensiteit.
Alle smeerpunten zijn voorzien van een gele sticker met
een vetspuitsymbool:
54
5103010-25-A