De instellingen wijzigen
op Statuut, Metrisch of Aangepast. Met Aangepast
kunt u voor elke eenheid kiezen voor Statuut of
Metrisch (afstand, hoogte enz.).
In- en uitschakelen van de veilige modus
Tik in de menupagina op Instellingen > Algemeen
> Veilige modus. Schakel de veilige modus in of
uit. In de veilige modus worden alle functies van het
navigatiesysteem uitgeschakeld die veel aandacht
van de gebruiker vereisen en u tijdens het rijden
kunnen afleiden. Als u deze modus inschakelt,
werkt de veilige modus als uw voertuig niet op
de handrem staat.
De kaartinstellingen wijzigen
Tik in de menupagina op Instellingen >
• Kaartdetails: hiermee stelt u in hoeveel details op de
kaart worden weergegeven. Als er meer details worden
weergegeven, verloopt het opnieuw tekenen van de kaart
langzaam.
• Oriëntatie: hiermee wijzigt u het perspectief van de kaart.
Oriëntatie
2D, noorden boven
2D, koers boven
3D, koers boven
• Kleurinstelling: selecteer Dag voor een heldere achtergrond.
Selecteer Nacht voor een zwarte achtergrond. Selecteer Auto
om automatisch tussen de twee opties te schakelen.
• Autozoom: hiermee schakelt u de automatische zoom op de
kaart in of uit voor een optimale weergave. U kunt ook een
maximale autozoom-afstand opgeven: 120 feet (36,5 m) tot
300 mijlen (483 km).
• Routekleur: met deze functie kiest u de kleur van de
routelijn.
• Wegen dimmen: voor het dimmen van wegen die niet op
uw route liggen. U kunt deze instelling aanpassen op Nooit
of Tijdens rijden.
24
Instructiehandleiding DNX7220/DNX8220BT GPS-navigatie
Kaart.
Beschrijving
De kaart wordt tweedimensionaal (2D)
weergegeven met het noorden boven.
De kaart wordt tweedimensionaal (2D)
weergegeven met uw reisrichting aan de
bovenzijde van het scherm.
De kaart wordt driedimensionaal (3D)
weergegeven met uw reisrichting aan
de bovenzijde van het scherm. Dit is de
standaardkaartweergave.
• Gegevensvelden kaart: hiermee past u de breedte en
inhoud van de gegevensvelden aan die worden weergegeven
op de kaartpagina. Normaal is de standaardinstelling.
1.
Tik in de menupagina op Instellingen >
Kaart >
> Gegevensvelden kaart.
2.
Tik op Breed of Smal. Tik vervolgens op
Volgende.
3.
Tik op het navigatiegegevensveld dat u wilt
aanpassen.
4.
Selecteer het type gegevensveld.
5.
Selecteer de weergave van het gegevensveld.
6.
Tik op OK. Herhaal dit voor elk
navigatiegegevensveld.
7.
Tik op Volgende om de niet-
navigatiegegevensvelden aan te passen.
8.
Tik op Voltooien om terug te keren naar het
menu voor de kaartinstellingen.
• Tekstgrootte: hiermee past u de grootte van de tekst aan
voor elk item op de kaart.
• Detail zoomniveau: in combinatie met Kaartdetail kunt
u met deze functie aangeven welke kaartitems worden
weergegeven op de verschillende zoomniveaus. Voor elk
kaartitem kunt u Uit, Auto of een maximale zoomafstand
selecteren, van 120 feet (36,5 m) tot 800 mijlen (644 km).
⁄
• Hoe meer details, hoe meer tijd nodig is om de de weergave
van de kaart te vernieuwen.
• Detailkaarten: met deze functie kunt u vooraf geïnstalleerde
gedetailleerde kaarten in- en uitschakelen.
• POI-weergave instellen: stel in of u de vooraf geïnstalleerde
POI's (Points of Interest) op de kaart wilt weergeven. U kunt
ook filteren welke soorten POI's worden weergegeven, zoals
logies en attracties. Dit heeft geen gevolgen voor aangepaste
POI's.
• Selecteer voertuig: selecteer het voertuigpictogram dat
wordt weergegeven tijdens het navigeren van een route.