Starten en stoppen
!
WAARSCHUWING!
Verwijder de machine voor de start altijd
van de tankplaats. Plaats de machine op
een vaste ondergrond. Let erop dat de
maai-uitrusting geen voorwerp kan raken.
Zorg ervoor dat zich geen onbevoegden
binnen het werkgebied bevinden, anders
bestaat er risico voor ernstige
verwondingen. De veiligheidsafstand
bedraagt 15 meter.
Koude motor
ONTSTEKING:
Zet de stopschakelaar in de
startpositie.
CHOKE: Zet de choke-
hendel in de choke-positie.
BRANDSTOFPOMP:
Druk een aantal malen op
de rubberen balg van de
brandstofpomp totdat er
brandstof in de balg komt.
De balg hoeft niet helemaal
gevuld te worden.
Warme motor
Volg dezelfde procedure als
voor de koude motor, maar
zonder de chokehendel in
de chokepositie te zetten.
De startgaspositie wordt
verkregen door de choke-
hendel in de chokepositie te
zetten en hem daarna terug
in de beginpositie te zetten.
Stoppen
Stop de motor door de
ontsteking uit te schakelen.
STARTEN EN STOPPEN
A
C
B
Starten
Druk het machinelichaam
met uw rechterhand tegen de
grond (N.B.! Niet met uw
voet!). Pak de starthendel
beet, trek met uw
rechterhand het starterkoord
langzaam uit tot u weerstand
voelt (de starthaken grijpen
in) en maak vervolgens snelle
en krachtige trekbewegingen.
Zet de chokehendel
onmiddellijk nadat de motor
ontsteekt terug en doe
hernieuwde startpogingen
tot de motor start. Wanneer
de motor start, geef snel vol
gas en het startgas wordt
automatisch uitgezet.
N.B.! Trek het starterkoord
niet helemaal uit en laat de
starthendel ook niet zomaar
los in geheel uitgetrokken
positie. Dit kan
beschadigingen aan de
machine veroorzaken.
13
Nederlands –