4 Installatie
a) Bevestig de geleidebuizen aan de steun.
b) Controleer of de geleidebuizen verticaal zijn geplaatst. Gebruik een waterpas of
5. Sluit de afvoerleiding aan op de afvoeraansluiting.
6. Laat de pomp langs de geleidebuizen zakken.
Wanneer de pomp zijn laagste positie heeft bereikt, zal hij automatisch verbinding
maken met de afvoeraansluiting.
7. De motorkabel vastzetten:
a) Zet het permanente hijswerktuig vast aan de pomp en aan het toegangsframe. U
b) Zet de kabel vast op de kabelhouder.
c) Sluit de motorkabel en de starter en de bewakingsapparatuur aan overeenkomstig
Verwijder alle puin uit de put voordat u de pomp start.
4.1.2 Installeren met S-installatie
Bij de S-installatie is de pomp mobiel, waarbij deze helemaal of gedeeltelijk in de te
verpompen vloeistof is ondergedompeld. De pomp wordt ondergedompeld met een
aansluiting voor slang of leiding en staat op een steun.
Deze vereisten en instructies zijn alleen van toepassing als de installatie is verricht in
overeenstemming met de afmetingstekening. Raadpleeg de onderdelenlijst voor meer
informatie over de verschillende installatietypen.
Afbeelding 3: S-installatie
1. Geleid de kabel zodat deze geen scherpe bochten bevat. Zorg ervoor dat de kabel
niet doorprikt wordt en niet in de pompaanvoer kan worden gezogen.
2. Sluit de afvoerleiding aan.
3. Laat de pomp in de put zakken.
4. Plaats de pomp op de steun en zorg dat deze niet kan omvallen of zinken.
Het is ook mogelijk om de pomp aan een hijsketting op te hangen, net boven de
bodem van de put. Zorg ervoor dat de pomp niet kan draaien bij het opstarten of
tijdens bedrijf.
5. Sluit de motorkabel en de starter en de bewakingsapparatuur aan overeenkomstig de
afzonderlijke instructies.
18
een loodlijn.
kunt bijvoorbeeld een roestvrijstalen ophangketting met sluitingen gebruiken.
Zorg ervoor dat de kabel niet in de pompinlaat kan worden gezogen of scherpe
hoeken heeft of wordt afgeknepen. Bij zeer diepe installaties moet u
kabelklembanden aanbrengen.
de afzonderlijke instructies.
Zorg ervoor dat de waaierdraaiing correct is. Zie
controleren
(pagina 32) voor meer informatie.
Draaiing van het rotorblad
Flygt 3068 Handleiding voor installatie, bediening en onderhoud