4. Draai de melder op de montageplaat totdat deze vastklikt.
5. Druk vervolgens de huiscode programmeerknop op de 2e melder in en
houdt deze ingedrukt totdat de rode LED gaat branden. Laat dan deze
knop los. Draai de melder op de montageplaat totdat deze vastklikt. Zet alle
overige melders op dezelfde wijze in de huiscode programmeerstatus en
klik de melders op de montageplaat. Hiervoor hebt u 30 minuten de tijd;
daarna gaan de melders automatisch uit de huiscode programmering
6. Wanneer de huiscode ingesteld is, knippert de blauwe of groene LED op
de bovenkant van de melder (zie afb. 12b) elke 5 seconden om aan te
geven dat de melder in de huiscode programmering staat. Het aantal hangt
af van de RF gekoppelde Ei rook- en/of hittemelders dat in het geheugen
staat. Bijvoorbeeld: bij 3 melders in het systeem knippert de blauwe of
groene LED 3x; bij 4 melders knippert de blauwe of groene LED 4x, enz.
enzovoorts. Er is een lange flits bij de tiende unit om het tellen makkelijker
te maken. Controleer of het aantal keren dat de blauwe of groene LED
knippert, overeenkomt met het aantal melders dat u in de woning wilt
koppelen. Klopt het aantal niet, kijk dan onder hoofdstuk
Probleemoplossingen in de handleiding van de RF-module.
7. U hebt nu alle melders geprogrammeerd. De melder blijft 30 minuten in de
huiscode programmeerstatus staan en gaan automatisch uit deze status.
Indien u wenst kunt u de melders sneller uit de huiscode
programmeerstatus halen. Daartoe draait u een melder van de bodemplaat
en drukt u op de huiscode programmeerknop van deze melder en houdt
deze vast totdat de rode LED onafgebroken gaat branden. Laat de knop
los, de rode LED zal niet meer branden.
23