1. Plaats de installatiedraad op de montageplaats.
2. Trek de kabels door de gaten in de montageplaat (voordat deze aan
het plafond wordt bevestigd), zie afbeelding 9b.
3. Indien de kabels aan de zijkant van de melder moet lopen, breekt u
de beide uitsparingen uit (zie afbeelding 10a).
VERWIJDER DE
ZIJWAND
Afbeelding 10a
4. Lift het aansluitblok verticaal omhoog m.b.v. een schroevendraaier (zie
afbeelding 10b).
5. Schroef de beide draadaders op het aansluitblok vast (zie afbeelding
10b). Druk het aansluitblok vervolgens voorzichtig terug op de pinnen in
de sokkel.
6. Draai de melder met de klok mee op de montageplaat.
Installeer alle andere rook- en hittemelders op dezelfde wijze.
Controleer de werken van de eerste melder door op de testknop te drukken
en deze ingedrukt te houden (dat kan 5 seconden duren). De rode LED zal
eens per seconde knipperen op de eerste rookmelder, de andere melders
laten het alarmsignaal horen. Controleer alle andere melders op dezelfde
wijze.
Tip: Koppel de melders enkel binnen de ruimte van een op zich zelf
GEBRUIK EEN SCHROEVENDRAAIER OM
VOORZICHTIG DE CONNECTOR TE
VERWIJDEREN
ACHTERKANT
VAN DE
MONTAGE-
PLAAT
19
Afbeelding 10b