Vooropname: De ingestelde tijd voor opnemen voorafgaand aan de geplande tijd of
gebeurtenis. Wanneer een alarm bijvoorbeeld de opname om 10:00 activeert en als u de
tijd voor de vooropname op 5 seconden hebt ingesteld, dan neemt de camera op om
9:59:55.
Na-opname: De ingestelde tijd voor opnemen na de gebeurtenis of de geplande tijd. Als
een door een alarm geactiveerde opname bijvoorbeeld eindigt om 11:00 en u hebt de tijd
voor de na-opname ingesteld op 5 seconden, dan duurt de opname tot 11:00:05.
Verstreken tijd: De verstreken tijd is de periode dat een opgenomen bestand op de HDD
wordt bewaard. Wanneer de termijn wordt bereikt, dan wordt het bestand verwijderd.
Als u de vervaltijd instelt op 0, dan wordt het bestand niet verwijderd. De feitelijke
bewaartijd voor het bestand moet worden bepaald op basis van de capaciteit van de
HDD.
Redundante opname/vastlegging: Door inschakelen redundante opname of vastlegging
kunt u de opnamen en de vastgelegde foto opslaan op de redundante HDD. Zie Hoofdstuk
Redundante opname en vastlegging.
Audio opnemen: Markeer het selectievakje om audio-opname in- of uit te schakelen.
Videostream: Er kunnen voor opname hoofd- en substream worden geselecteerd.
Wanneer u substream selecteert, dan kunt u met dezelfde opslagruimte gedurende
langere tijd opnemen.
3) Klik op Apply om de instellingen op te slaan.
OPMERKING
U kunt de ANR-functie (automatische netwerkaanvulling) inschakelen via de webbrowser
(Configuration > Storage > Schedule Settings > Advanced) om de videobestanden op te slaan in de
IP-camera wanneer de netwerkverbinding is verbroken en de bestanden naar de NVR
synchroniseren wanneer de netwerkverbinding is hersteld.
OPMERKING
De redundante opname/vastlegging wordt gebruikt wanneer u de opnamebestanden of
vastgelegde foto's wilt opslaan op de redundante HDD. U moet de redundante HDD in
HDD-instellingen configureren. Zie Hoofdstuk 14.4.2 voor gedetailleerde informatie.
De parameters voor de hoofdstream (gebeurtenis) zijn alleen-lezen.
Gebruiksaanwijzing Netwerkvideorecorder
97