Gebruiksaanwijzing Netwerkvideorecorder
Hoofdstuk 13 RAID
Dit hoofdstuk is van toepassing voor NVR's van de series DS-9600NI-I8 en DS-9600NI-I16.
13.1 Matrix configureren
Doel:
RAID (redundant array of independent disks) is een opslagtechnologie die componenten van
meerdere schijfstations combineert in één logische eenheid. Een RAID-installatie slaat gegevens op
over meerdere harde schijven om te voorzien in genoeg redundantie om gegevens te kunnen
herstellen als er één schijf defect raakt. De gegevens worden over de schijven gedistribueerd op
een van de verschillende manieren, die "RAID-niveaus" worden genoemd, afhankelijk van welk
niveau voor redundantie en prestaties wordt vereist.
De NVR ondersteunt de schijfmatrix die door de software wordt gerealiseerd. U kunt naar
behoefte de RAID-functie inschakelen.
OPMERKING
De NVR's van de series DS-9600NI-I8 en DS-9600NI-I16 ondersteunen de matrixtypes RAID0, RAID1,
RAID5, RAID6 en RAID 10.
Voordat u begint:
Installeer de HDD('s) op de juiste wijze. Het wordt aanbevolen to om dezelfde HDD's van
bedrijfsniveau te gebruiken (inclusief model en capaciteit) voor het aanmaken en configureren van
een matrix om betrouwbaar en stabiel draaien van de schijven te behouden.
Inleiding:
De NVR kan pas gegevens opslaan (zoals opname, foto's, aanmeldinformatie) op de HDD nadat u
de matrix hebt aangemaakt of de netwerk-HDD hebt geconfigureerd (zie Hoofdstuk 14.2
Netwerk-HDD beheren). Ons apparaat voorziet in twee manieren voor het aanmaken van een
matrix, waaronder one-touch configuratie en handmatige configuratie. Het volgende
stroomschema toont de procedure voor het aanmaken van een matrix.
219