Opmerking: Het gebruikerswachtwoord moet anders zijn dan het beheerderswachtwoord.
4. Voer het wachtwoord opnieuw in en druk op Enter.
5. Selecteer Exit ➙ Exit Saving Changes.
Het gebruikerswachtwoord wijzigen of verwijderen
1. De setup utility openen.
2. Selecteer Security ➙ Set User Password en druk op Enter.
3. Voer het huidige wachtwoord in.
4. In het veld Enter New Password, voer het nieuwe wachtwoord in.
5. In het veld Confirm New Password, voer normaals het nieuwe wachtwoord in.
Opmerking: Als u het wachtwoord wilt verwijderen, selecteert u Security ➙ Clear User Password en
drukt u op Enter.
6. Selecteer Exit ➙ Exit Saving Changes.
Het systeemwachtwoord inschakelen
Als het beheerderswachtwoord is ingesteld, kunt u het systeemwachtwoord inschakelen voor een nog betere
beveiliging.
1. De setup utility openen.
2. Selecteer Security ➙ Power-on Password en druk op Enter.
Opmerking: Het beheerderswachtwoord moet vooraf worden ingesteld.
3. Stel de instelling in op Enabled.
4. Selecteer Exit ➙ Exit Saving Changes.
Als het systeemwachtwoord is ingeschakeld, moet u elke keer het beheerders- of gebruikerswachtwoord
invoeren als u de setup utility opent.
Firewallprogramma's gebruiken
Op de tablet is mogelijk vooraf een firewallprogramma geïnstalleerd. De firewall beschermt de tablet tegen
bedreigingen via internet, onbevoegde toegang, inbreuk en internetaanvallen. Het beschermt bovendien uw
privacy.
Raadpleeg het Help-systeem van het programma voor meer informatie.
.
Hoofdstuk 4
Geavanceerde instellingen configureren
19