Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Daikin UATYQ20ABAY1 Gebruikershandleiding pagina 17

Inhoudsopgave

Advertenties

CODE
BESCHRIJVING
Onderhoud
Grenswaarde bedrijfsuren
AL14
eenheid
eenheid overschreden.
Overbelasting/
Thermische bescherming
AL15
vergrendeling
ventilator
hoofdventilator
De drukdaling via het filter
gemeten door de differentiële
AL16
Filter vuil
drukschakelaar is hoger dan
de ingestelde waarde
AL17
Niet gebruikt
-
De differentiële
Alarm
drukschakelaar detecteert een
AL18
stroomschakelaar
lagere druk (luchtstroom) dan
het instelpunt
Klok kapot of niet
AL19
Het klokbord is defect
aanwezig
Instelpunt zomer is lager dan
instelpunt winter of instelpunt
Instelpunt zomer <
AL20
winter is hoger dan instelpunt
instelpunt winter
zomer en automatische
omschakeling is ingeschakeld
De aflezing van sonde B1
Sonde B1
(differentiële druksonde
AL21
gebroken of
aanvoerluchtstroom)
uitgeschakeld
overschrijdt het werkbereik
De aflezing van sonde B2
Sonde B2
(differentiële druksonde
AL22
gebroken of
afvoerluchtstroom)
uitgeschakeld
overschrijdt het werkbereik
Sonde B6
De aflezing van sonde B6
AL23
gebroken of
(condensatiedruk circuit 2)
uitgeschakeld
overschrijdt het bereik
Wij behouden ons het recht voor zonder voorgaande kennisgeving wijzigingen aan het ontwerp aan te brengen
UATYQ*Y1
Packaged Rooftop
4P522681-1
HOOFDOORZAKEN
Controle eenheid. Voer de gewone
onderhoudswerkzaamheden uit.
Controleer werkcondities.
Controleer ventilatoren motorbekabeling,
terminals en geabsorbeerde stroom.
Controleer thermische overbelastingssc
hakelaar.
Reinig of vervang de luchtfilters.
Kalibrering van de differentiële
drukschakelaar voor verstopte filters.
-
Controleer werkcondities (luchtstroom
en -druk).
Controleer werking van de ventilatoren.
Controleer luchtverdelingssysteem.
Controleer de correcte ingreep van de
luchtstroomschakelaar.
Herstart de regelaar; vervang het
moederbord als het alarm aanhoudt.
Controleer het correcte instelpunt
temperatuur (koel- en verwarmingsmodi).
Controleer werkcondities.
Controleer het correcte leesbereik van
de sonde in de regelaar.
Controleer de correcte lezing van de
sonde en vervang deze indien nodig.
Controleer de bekabeling en terminals
van de sonde.
Controleer de correcte werking van de
analoge invoer van het moederbord.
Controleer werkcondities.
Controleer het correcte leesbereik van
de sonde in de regelaar.
Controleer de correcte lezing van de
sonde en vervang deze indien nodig.
Controleer de bekabeling en terminals
van de sonde.
Controleer de correcte werking van de
analoge invoer van het moederbord.
Controleer werkcondities.
Controleer het correcte leesbereik van
de sonde in de regelaar.
Controleer de correcte lezing van de
sonde en vervang deze indien nodig.
Controleer de bekabeling en terminals
van de sonde.
Controleer de correcte werking van de
analoge invoer van het moederbord.
CONTROLES EN
PROBLEEMOPLOSSING
ONDERDELEN
RESET
UIT
UIT
M (1)
Nee
Geen
M
Ja
Alle
M
Nee
Geen
M
-
-
-
M
Ja
Alle
Geen,
programmering per
M
Nee
uur functioneert
niet
A
Ja
Alle
Alle direct bij de
sonde betrokken
M
Nee
onderdelen en
functies
Alle direct bij de
sonde betrokken
M
Nee
onderdelen en
functies
Alle direct bij de
sonde betrokken
M
Nee
onderdelen en
functies
Vertaling van originele instructies
Installatiehandleiding
17

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave