UW NAAIMACHINE LEREN KENNEN — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — —
DE BELANGRIJKSTE ONDERDELEN
4
3
5
6
7
8
1 Spoelwinder (Pagina 11)
Hiermee windt u de onderdraad op de betreffende
spoel.
2 Klospen (Pagina 11, 15)
Deze is bestemd voor de draadklos.
3 Bovenspanningsknop (Pagina 25)
Hiermee regelt u de spanning van de bovendraad.
4 Draadgeleider (Pagina 11, 15)
Deze wordt gebruikt bij het opspoelen van de draad
en het inrijgen van de machine.
5 Draadophaalhendel (Pagina 16)
6 Draadafsnijder (Pagina 22)
Leid de draden door de draadafsnijder om ze af te
snijden.
7 Naaldinrijger (Pagina 17)
(Deze is alleen verkrijgbaar op bepaalde modellen.)
8 Snel instelbare spoel (Pagina 14, 19)
(Deze is alleen verkrijgbaar op bepaalde modellen.)
9 Platbodemstuk met accessoireruimte (Pagina 5)
0 Persvoet (Pagina 8)
A Achteruitnaaihendel (Pagina 10)
Door deze hendel in te drukken naait u achteruit.
B Patroonkeuzeknop (Pagina 9)
U kunt deze knop in beide richtingen draaien om
de gewenste steek te kiezen.
C Handwiel
Hiermee zet u de naald handmatig omhoog en
omlaag.
D Schroef voor fijnafstelling knoopsgat (Pagina 31)
E Aan/uit- en naailampschakelaar (Pagina 7)
Met deze schakelaar zet u de machine aan of uit.
F Stekker/aansluiting voetpedaal (Pagina 6)
Sluit het voetpedaal aan op de machine en sluit de
machine aan op het stroomnet.
G Persvoethendel (Pagina 15)
Hiermee zet u de persvoet omhoog en omlaag.
5
2
1
B
A
0
C
D
E
H
F
H Voetpedaal (Pagina 7)
Met dit pedaal regelt u de naaisnelheid en start en
stopt u met naaien.
Voetpedaal: Model KD-1902 voor regio's met 110/120V
Model KD-2902 voor regio's met 220/240V
De onderdeelcode van het voetpedaal verschilt per
land of regio. Neem contact op met uw dealer of het
dichtstbijzijnde erkende servicecentrum.
Platbodemstuk
De toebehoren kunnen worden opgeslagen in een
ruimte in het platbodemstuk.
Schuif het platbodemstuk naar links om
1
het te openen.
1 Platbodemstuk
2 Opslagruimte
G
1
2