INSTALLATIE
Indien een hoog % koudemiddel in contact komt met de Pirani-
meter (vacuümvoeler), kan dit het gevoelige element van de
meter "beinvloeden", waardoor deze tijdelijk wordt uitgeschakeld.
Daarom is het raadzaam, indien er geen toestel voor het
opvangen van koudemiddel voorhanden is, toch de
carterverwarming in te schakelen tot het circuit voldoende
ontdaan is van koudemiddel: het koudemiddel kan zelfs oplossen
in de olie van de vacuümpomp, waardoor de werking van de
pomp lange tijd (uren) wordt belemmerd.
5. Vulposities [enkelvoudig]
De beste positie voor het vullen van de airconditioning units is
tussen de thermostatisch expansieventiel en de verdamper;
plaats de thermostaatbulb pas nadat deze werkzaamheden zijn
voltooid: dit is belangrijk, omdat hierdoor de klepopening
geopend blijft en het koudemiddel ook door kan dringen naar
de condensor/receiver.
ELEKTRISCHE AANSLUITINGEN
ALGEMEEN
Sluit, alvorens werkzaamheden aan
elektrische delen uit te voeren, eerst
de hoofdvoeding af.
Controleer of de netvoeding overeenkomt met de specificaties
(voltage, aantal fasen, frequentie) op het typeplaatje van de unit.
Maak de netvoedingsaansluiting voor enkelfasige belasting met
een driepolige kabel en "N" draad in het midden van de ster
[optioneel: voeding w/o neutraal]
De doorsneden van de kabel en
lijnbeveiligingen moeten overeen-
komen met de specificaties in het
bedradingsschema.
Het voltage mag niet meer fluctueren dan ±5% en de onbalans
tussen de fasen moet altijd lager zijn dan 2%.
Waterkoelers met luchtgekoelde condensors worden met
koudemiddel gevuld tussen de condensor en het
thermostatisch expansieventiel: hierdoor kan het
koudemiddel naar de grotere uitwisselaar vloeien.
Voorkom indien mogelijk dat koudemiddel naar de
compressor vloeit, aangezien dit het smeermiddel
bovenmatig kan verdunnen; controleer in alle gevallen eerst
of het vermogen van de krukkast overeenstemt met de
vereiste vulniveaus.
Bovenstaande
moeten altijd in acht worden genomen:
indien deze condities niet worden
gehandhaafd, vervalt de garantie
onmiddellijk.
De elektrische aansluitingen moeten worden gemaakt in
overeenstemming met de gegevens in het bedradingsschema
dat met de unit wordt meegeleverd, en met plaatselijke
regelgeving.
Aarding is verplicht. De aardedraad dient door een
installateur te worden aangebracht aan de aardklem op de
elektrische besturingsplaat (geel met groene draad).
De voeding naar het besturingscircuit wordt verkregen van
de voedingskabel door een geïsoleerde transformator op de
elektrische besturingsplaat.
Het besturingscircuit wordt beschermd door geschikte
zekeringen of automatische stroomonderbrekers, afhankelijk
van de afmeting van de unit.
IOM / TELECOOL THX - 0104 - D Page 11
bedrijfscondities