MSA
MSA AUER
3.3
De camera vastmaken tijdens gebruik
De camera kan op verschillende manieren aan de gebruiker worden vastgemaakt met een van
zelfoprollende bevestigingskabels.
Fig. 3
Locatie bevestigingskabel
Gebruik van de bevestigingskabels:
(1)
Trek de veergespannen kabel naar buiten en weg van de camera.
(2)
Schuif een karabijnhaak of een ander sluitmechanisme door de kabellus.
(3)
Laat de kabel los.
Door de veer worden de bevestigingskabels naar de camera automatisch strak gespan-
nen om gevaarlijke situaties door verstrikt raken tot een minimum te beperken.
NFPA 1801 Basic en Plus Mode gebruik
Bepaalde Evolution 6000 cameramodellen voldoen aan
NFPA 1801 norm voor warmtebeelverwerkers voor de brandweer; editie 2013. Zie de informatie
over goedkeuringen op het label aan de onderzijde van het camerahuis. NFPA 1801 beschrijft een
vereiste "Basic Mode" van gebruik die alle warmtebeeldcamera's gemeen hebben, die voldoen
aan de norm. Er is ook een "Plus Mode" gebruik mogelijk dat, nadat deze is opgeroepen, een aan-
tal nuttige functies en opties heeft voor brandweerman die in het gebruik ervan wordt getraind.
De EVOLUTION 6000 camera werkt altijd in de in de NFPA 1801 gedefinieerde "Basic Mode". De
EVOLUTION 6000+ en EVOLUTION 6000X TICs beschikken echter over "Plus Mode" functies.
Zie hoofdstuk 3.6 voor informatie over toegang tot de Plus Mode.
De EVOLUTION 6000+ en EVOLUTION 6000X warmtebeeldcamera's die niet voldoen aan NFPA
hebben geen Basic modus en schakelen automatisch in de Plus modus, zodra de camera wordt
aangezet.
NL
EVOLUTION 6000 Warmtebeeldcamera
Gebruik
15