(8) Laat geen externe krachten op de heftruck inwerken wanneer de aankoppeling aan het werk is.
Het is verboden om de aankoppeling voor ongeschikte doeleinden te gebruiken, en het normale
werkbereik van de aankoppeling mag niet overschreden worden.
(9) Het is verboden om accessoires voor ongeschikte doeleinden te gebruiken. Het normale werkdoel
van accessoires mag niet overschreden worden.
(10) Wanneer accessoires defect zijn, dan mogen ze niet gebruikt worden totdat de fout is opgelost.
De volgende inspectie- en onderhoudswerken moeten vaak worden uitgevoerd
(1) Controleer of de tussenruimte tussen de onderste balken van de vorken van de vorkheftruck en de
onderste haken van accessoires conform is met de vereisten in de handleiding van het accessoire.
(2) Controleer of de bovenste haak correct is ingebracht in de groef van de vorkarmdrager van de
vorkheftruck.
(3) De bovenste en onderste glijsteunoppervlakken moeten elke 500 uur gesmeerd worden met
algemeen vet op basis van lithium voor gebruik in de automobielsector.
(4) Controleer of de bevestigingen vast zitten.
(5) Controleer regelmatig of de aansluitingen van het hydraulische circuit niet los zitten en of de slang
niet beschadigd is. Indien u schade vaststelt, dan mag u het niet gebruiken voordat het gerepareerd is.
(6) Controleer regelmatig of de transmissie of roterende elementen van accessoires niet versleten of
vastgelopen zijn. Vervang ze onmiddellijk als u schade of een defect vaststelt.
(7) In geval van dynamische belastingen moet u controleren of de werkende elementen van
accessoires normaal zijn, of de werkdruk van de accessoires normaal is en of de accessoires normaal
werken. Als dit niet het geval is, dan moet u het hydraulische circuit controleren, de lekkende
elementen zoeken en de afdichtingen van het hele circuit vervangen.
2. Accessoires installeren
1. Zonder technische toestemming van het bedrijf is het strikt verboden om de veiligheid en
de prestaties van de accessoires van de vorkheftruck te wijzigen.
2. Het werkelijke nominale draagvermogen moet het nominale draagvermogen van de
vorkheftruck, het draagvermogen van de accessoires of het algehele draagvermogen van de
volledige heftruck zijn, naargelang welke het kleinste is. In het algemeen is het algehele
draagvermogen van de volledige heftruck het laagste van de drie. Het "draagvermogen van de
accessoires" is een berekende waarde voor de kracht die op de accessoires wordt uitgeoefend.
3. De installatie en positionering moet redelijk, betrouwbaar en veilig zijn, om de vermijden
dat de accessoires tijdens het gebruik van de ene kant naar de andere over de drager van de
vorkarmen van de vorkheftruck verschuiven.
Waarschuwing
6