Waarschuwing
34. Wanneer het geluid nabij het oor van de
bestuurder groter is dan 80dB, dan moet de
bestuurder gehoorbescherming dragen.
Voorzichtig
Ruwe of hobbelige werkoppervlakken en
sterke vervorming van de banden doen het
geluidsniveau toenemen.
35. Ga aan de voorkant binnen in de zone en
steek de vorken voorzichtig in de pallet
wanneer u de lading uit de stapel haalt.
36. De ladingen mogen niet uit het midden van
de vorken afwijken. Als ladingen niet met het
midden van de vorken zijn uitgelijnd, of als de
heftruck draait of over oneffen oppervlakken rijdt,
dan kunnen ze makkelijk eraf vallen. Er bestaat
ook een grotere kans op omkantelen.
37. Ladingen mogen niet met een hoge
snelheid worden opgetild. De ladingen moeten
betrouwbaar worden vastgemaakt voordat u
de vorken optilt.
2
Stop even voordat u de lading optilt en breng
pas omhoog nadat u zeker bent dat er geen
obstakels zijn.
38. Zorg ervoor dat de lading stevig is
vastgemaakt en vlak op de twee vorken is
geplaatst. Een lading mag niet met slechts één
vork worden opgetild.
Voor vorkheftrucks met accessoires (bijvoorbeeld
vlakke houdklemmen), moet de lading stevig
vastgemaakt en geklemd worden. Vervolgens
moet
u
de
bedieningshendel
meerwegafsluiter op zijn plaats trekken.
39. Geen
ladingen
vorkheftruck op een helling staat. Vermijd om
laden en uitladen op een hellend vlak uit te
voeren.
40. De stapelhoogte van de lading mag niet
hoger reiken dan die van de achterste steun
voor de lading. Als men dit niet kan vermijden,
dan moet de lading stevig worden vastgezet.
Rijd
achteruit
ofwel
wanneer u grote ladingen hanteert die het
zicht belemmeren.
41. Verminder de voorwaartse kantelhoek
zoveel mogelijk wanneer u stapelt om uit te
laden. Als de hoogte van de lading iets hoger of
lager is dan de stapellaag, dan mag de lading
naar voren hellen.
van
optillen
wanneer
onder
begeleiding
de
de