Selecteer uw land of regio en volg dan
z
de instructies die worden weergegeven
voor het downloaden.
De gecomprimeerde software wordt nu
z
naar uw computer gedownload.
2
Start de installatie.
Dubbelklik op het gedownloade bestand.
z
Als het scherm links wordt weergegeven,
klikt u op [Easy Installation/Eenvoudige
installatie]. Volg de instructies op het
scherm om de installatie te voltooien.
De installatie kan enige tijd duren,
z
afhankelijk van de prestaties van de
computer en de internetverbinding.
Klik op [Finish/Voltooien] of [Restart/
z
Herstarten] op het scherm dat na de
installatie wordt getoond.
●
Toegang tot internet is vereist. Eventuele providerkosten en
kosten voor internettoegang moeten apart worden betaald.
●
Volg deze stappen om de software te verwijderen.
-
Windows: Selecteer menu [Start] ► [Alle programma's] ►
[Canon Utilities] en selecteer vervolgens de software die
u wilt verwijderen.
-
Mac OS: Sleep in de map [Canon Utilities] in de map
[Toepassingen] de map van de software die u wilt verwijderen
naar de Prullenmand en leeg vervolgens de Prullenmand.
De computer configureren voor een Wi-Fi-verbinding
(alleen Windows)
Op een computer met Windows dient u de volgende instellingen
te configureren voordat u de camera draadloos kunt verbinden
met de computer.
1
Controleer of de computer
verbonden is met een toegangspunt.
Raadpleeg de handleiding van de
z
computer voor instructies voor het
controleren van de netwerkverbinding.
2
Configureer de instelling.
Klik achtereenvolgens op: [Start]-menu ►
z
[Alle programma's] ► [Canon Utilities] ►
[CameraWindow] ► [Wi-Fi connection
setup/Wi-Fi-verbinding instellen].
Configureer in de toepassing die wordt
z
geopend de instellingen volgens de
instructies op het scherm.
●
Wanneer u het hulpprogramma in stap 2 uitvoert, worden
de volgende Windows-instellingen geconfigureerd.
-
Mediastreaming inschakelen.
Dit zorgt ervoor dat de camera via Wi-Fi de computer kan
zien (vinden).
-
Schakel netwerkdetectie in.
Dit zorgt ervoor dat de computer de camera kan zien (vinden).
-
Schakel ICMP in (Internet Control Message Protocol).
Hiermee controleert u de verbindingsstatus van het netwerk.
-
Schakel UPnP (Universal Plug & Play) in.
Dit zorgt ervoor dat netwerkapparaten elkaar automatisch
kunnen detecteren.
●
Sommige beveiligingssoftware verhindert dat u de hier
beschreven instellingen invoert. Controleer de instellingen
van uw beveiligingssoftware.
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/
Modus Hybride automatisch
Andere opnamestanden
P-modus
Tv-, Av-, M- en C-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
141