De afsluitkranen (2) sluiten.
ð De hendels van de afsluitkranen (2) staan horizontaal (positie I).
De systeemdruk op de manometer (1) aflezen.
Æ Als de systeemdruk 80 bar bedraagt, is de systeemdruk correct.
Æ Als de systeemdruk niet 80 bar bedraagt, de procedure zoals hierboven beschreven
herhalen.
Als de systeemdruk niet op 80 bar kan worden ingesteld, het drukbegrenzingsventiel (4)
opnieuw instellen,
Drukbegrenzingsventiel instellen
Bij uitvoering "Hydraulisch tandemaggregaat"
2
1
LW000-035
Het drukbegrenzingsventiel (3) is vanaf fabriek op 80 bar vooringesteld.
Draai de vergrendelingshefboom (2) los.
Om de systeemdruk te verhogen, het handwiel (1) naar rechts draaien.
Om de systeemdruk te verlagen, het handwiel (1) naar links draaien.
Vergrendelinghefboom (2) sluiten.
7.10
Tussenas aanpassen
LET OP
Trekkerwissel
Wanneer de tussenaslengte bij een trekkerwissel niet wordt gecontroleerd, kan er schade aan
de machine ontstaan.
Om schade aan de machine te vermijden, bij iedere trekkerwissel de tussenaslengte
controleren en evt. corrigeren,
ZX 560 GD
Originele handleiding 150001073_02_nl
zie
Pagina 71.
3
zie
Pagina 71.
Eerste inbedrijfstelling
Tussenas aanpassen
Bij uitvoering "Hydraulisch tridemaggregaat"
2
3
1
7
7.10
71