NL
3.3.1
Positie van de aansluitklemmen
Afb. 3:
Aansluitklemmen in het onderste deel van de regelaar (klemmenafdekking verwijderd)
Klemmenblok elektrische voedingen:
L
R1, R2 2x uitgang (triac, voor pompen of ventielen)
R3
L
const.
N
Klemmenblok aarddraden:
PE
Klemmenblok signalen:
1 – 4
5
R
S
PWM R1
PWM R2
Pinstrook, alleen voor intern gebruik, 2 x ingang voor PAW-FlowSonic (wit)
Leidingsopeningen aan de achterwand van de behuizing
Trekontlastingen bovenaan (2 identieke kunststof bruggen met elk 2 trekontlastin-
gen, inbegrepen bij de standaarduitrusting)
Trekontlastingen onderaan
Leidingsopeningen aan de onderzijde van de behuizing
TTL-/eBUS-interface
8
9
R3
1x fasedraad (stroomingang)
1x uitgang (relais, voor pompen of ventielen)
2x fasedraad (uitgangen, permanente spanning)
4x nuldraad (gemeenschappelijke nuldraad voor stroomingang en uitgangen)
Opmerking
De uitgangen R1 en R2 zijn beveiligd via een elektronische zekering.
4x beschermingsaarde (gemeenschappelijke beschermingsaarde voor
klemmenblok elektrische voedingen)
4x voeleringang (temperatuurvoeler Pt1000)
1x communicatieaansluiting voor cascadering
1x signaaluitgang (potentiaalvrij relaiscontact voor lage beschermings-
spanningen)
2x regeluitgang (regelen van hoogrendementspompen)
Aansluiting: PWM = bruin,
7x massa (gemeenschappelijke massa voor voeleringangen en communi-
catieaansluitingen en regeluitgangen)
E1
E2
= blauw
86009307 ▪ 1/2017-08 ▪ Ext. PAW