Tapregeling
9.2.3
Verdeelventiel in de terugloop
86009307 ▪ 1/2017-08 ▪ Ext. PAW
Als een functie tapgeregeld dient te worden, moet de tapregeling worden
ingeschakeld (Fc = flow control). Op de afbeelding is de tapregeling
ingeschakeld (on).
Schakelt het verdeelventiel in de terugloop bij, dat op de uitgang R2
voorgedefinieerd is.
Er zijn geen verdere instellingen noodzakelijk.
De functie kan allen worden geactiveerd resp. gedeactiveerd.
R2 aan bij TKW ≥ 28 °C
R2 uit bij TKW ≤ 23 °C
Meetwaardebeeld:
De weergave van de meetwaarden vindt plaats in het statusmenu.
De temperatuurvoeler van de koudwatervoeler en de bedrijfsuren van
het verdeelventiel worden vervolgens bij de waarden van het vers water
getoond.
Temperatuur van de koudwatervoeler:
Door SET te drukken wordt de bijbehorende min/max-waarde getoond.
Bedrijfsuren van het verdeelventiel:
Door SET te drukken worden afwisselend de deltawaarde en de opgetel-
de waarden van de bedrijfsuren getoond.
Opmerking
Bij cascadebedrijf mag deze functie alleen geactiveerd zijn bij de
master-regelaar. In de slave-regelaar is deze functie geblokkeerd.
De slave-regelaar stuurt zijn koudwatertemperatuur naar de
master-regelaar.
Zijn beide stations actief, wordt de hogere koudwatertemperatuur
als schakelwaarde gebruikt.
Kencijfer
Activering
min.
max.
on, oFF
NL
Standaard-
instelling
oFF
31